Ex-topman Meurs: Brief niet slim
AMSTERDAM - De brief waarin Ahold zeggenschap opeiste bij het gezamenlijke Braziliaanse dochterbedrijf Bompreço was achteraf „niet slim.”
Dat verklaarde voormalig financieel directeur Michiel Meurs dinsdag tijdens de vijfde zittingsdag van het Aholdproces.De door de rechtbank ingeschakelde getuige-deskundige J. van de Poel beschrijft deze zogeheten control-letter in zijn rapport als „de allerdomste daad van Ahold.” „Dat is niet leuk om te horen, ik doe niet graag domme dingen”, zei Meurs. Meurs wordt door zijn rol als financieel directeur gezien als sleutelverdachte in het proces. Vier keer staat zijn naam onder geheime brieven waarmee de accountant om de tuin is geleid. De rechtbank behandelde dinsdag alleen de zaak van Meurs. Voormalig bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven was daarom afwezig.
Meurs nam de beslissing over de consolidatie van Bompreço „intuïtief. Ik had het gevoel dat het moest kloppen. Als niemand zegt „dit klopt niet”, dan ga ik er geen wetboek op naslaan”, aldus Meurs. „Ik ging ervan uit dat deze zaken werden bekeken door onze deskundigen.” Meurs liet zich in boekhoudkundige kwesties sterk leiden door de boekhoudafdeling van Ahold. Meurs stelde de brief, waarin hij de zeggenschap bij Bompreço opeiste, op na aandringen van de accountant Deloitte.
Het document diende als bewijs dat Ahold de baas was bij de Braziliaanse gezamenlijke onderneming. Dit was nodig om ook onder de Amerikaanse boekhoudregels de volledige Braziliaanse omzet te mogen meetellen bij die van Ahold. Het concern bezat maar de helft van de aandelen in deze dochtermaatschappij. Maar Ahold hield de brieven waarin zijn zakenpartners de zeggenschap van Ahold ontkenden, achter voor de accountant.