Zaak-Thoenes gaat door
De Nederlandse politie-inspecteur Thiry gaat binnenkort naar Indonesië om daar met procureur-generaal Rahman te praten over het bewijsmateriaal dat hij heeft verzameld in de zaak-Thoenes. Het gesprek is op 17 juli. Dat zei minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) woensdag in de Tweede Kamer.
De Nederlandse journalist Sander Thoenes werd in september 1999 vermoord in de Oost-Timorese hoofdstad Dili. Volgens Thiry, die onderzoek naar de moord deed, waren de moordenaars Indonesische militairen. „Het onderzoek naar de moord op Thoenes is dus niet afgesloten”, aldus Van Aartsen.
Van Aartsen had vorige maand nog een gesprek met zijn Indonesische collega Wirajuda over de zaak-Thoenes. Die verzekerde hem toen dat het voorbereidend onderzoek nog gaande is en dat Thiry welkom is in Jakarta voor een nadere toelichting op zijn bewijsmateriaal.
Volgens procureur-generaal Rahman vertoont het bewijsmateriaal hiaten. Nederland en de Verenigde Naties zijn ervan overtuigd dat het onderzoek van Thiry voldoende basis vormt voor een proces.
Van Aartsen zei dat een volgend Nederlands kabinet „als een terriër” op de zaak-Thoenes moet blijven hameren. „Ik heb de indruk dat het nog wel tot een proces komt.”
Kamerleden, met D66-fractievoorzitter De Graaf voorop, waren zeer kritisch over de inspanningen van Van Aartsen voor een rechtszaak-Thoenes. Na diens mededeling dat Thiry op 17 juli welkom is in Jakarta, trokken zij hun kritiek in.