Opinie

Bezinnen over vasten

De lijdensweken zijn weer aangebroken. Tijdens die weken is het gebruikelijk om in minstens één van de zondagse erediensten bijzondere aandacht te schenken aan het lijden en sterven van Christus.

Prof. dr. A. Baars
10 March 2006 09:19Gewijzigd op 14 November 2020 03:32

In feite is die gewoonte al heel oud. Waarschijnlijk gaat zij terug tot de vierde of vijfde eeuw na Christus. Alleen had men het in die vroege tijden niet over de lijdensweken, maar over ”de veertigdagentijd”.Dat zat zo: Men was van oordeel dat aan het grote feest van Pasen een voorbereidingstijd vooraf moest gaan. Daarin diende men zich af te zonderen in boete en vasten, „omdat de Bruidegom (Christus) was weggenomen” (vgl. Matthéüs 9:15). Sommigen telden bij het berekenen van de veertig dagen voor Pasen de zondagen niet mee. Bovendien viel ook (een gedeelte van) de laatste week voor Pasen buiten die telling.

Zodoende ontstond de traditie dat aan de Paasdagen een periode van zes of zeven weken voorafging waarin gevast werd. Aan deze traditie heeft men binnen de Rooms-Katholieke Kerk heel lang vastgehouden, al is daar in onze tijd veel minder van te merken dan vroeger. Maar vanaf de Reformatie braken de protestantse kerken met het verplichte vasten in deze periode. Meer en meer kwam de nadruk exclusief te liggen op het gedenken van het lijden van Christus in de prediking op de zeven lijdenszondagen.

Symeon de Pilaarheilige
Waarom brak de Reformatie met de vasten in de veertigdagentijd? Verschillende motieven speelden hierbij een rol. In de eerste plaats werd het vasten door de Rooms-Katholieke Kerk van bovenaf verplichtend opgelegd. De protestanten achtten dat een knechting van de gewetens die in strijd was met de vrijheid van een christen.

Bovendien droeg het vasten een verdienstelijk karakter, waardoor men een hogere trap van versterving en heiligheid kon verwerven. Om die reden nam het vasten in de Oude Kerk en tijdens de middeleeuwen soms bizarre vormen aan.

Zo was een zekere Symeon in de loop van de vijfde eeuw ergens in Syrië toegetreden tot een klooster met een strenge leefregel. Op een zeker moment werd hij daar weggestuurd omdat hij zo extreem vastte dat hij de andere monniken in verwarring bracht. Bovendien ging hij in zijn zelfkastijding zover, dat hij zichzelf opzettelijk wonden toebracht.

Toen Symeon het klooster verlaten had, ging hij in volstrekte afzondering leven. Uiteindelijk liet hij een pilaar bouwen van ongeveer 1,80 meter hoog, waarop hij een platvorm liet aanbrengen. Op dat platvorm liet hij zichzelf vastketenen, om zo een leven van volstrekte wereldmijding, vasten en versterving te lijden. In de loop der jaren liet hij steeds hogere pilaren vervaardigen en toen hij stierf moet deze ’pilaarheilige’ zo rond de veertig jaar onafgebroken op een pilaar hebben doorgebracht….

Medicijn
De reformatoren braken resoluut met dit soort praktijken en met alles wat daarnaar zweemde. Toch is daarmee niet het gehele verhaal verteld. Zo benadrukten mensen als Calvijn, Voetius en ook de opstellers van de Belijdenis van Westminster dat vasten binnen het protestantisme nog wel degelijk een wettige en zelfs een wezenlijke plaats heeft.

Voorwaarde is daarbij wél dat van enige dwang geen sprake is: vasten is iets wat een christen vrijwillig doet. Dat houdt ook in dat het hier niet gaat om een verdienstelijk werk of iets dergelijks.

Vasten is veel meer „een medicijn voor de ziel”, schreef Voetius. In welk opzicht? Misschien kunnen we dat het beste duidelijk maken door weer te geven wat Calvijn als het doel van het vasten zag. In de eerste plaats, zo zei hij, kunnen we het gebruiken om ons zondige vlees te verzwakken en te onderwerpen, opdat het zijn lusten niet botviert.

Vervolgens worden we daardoor beter voorbereid tot gebeden en heilige meditaties. Ten slotte kan vasten een getuigenis zijn van onze vernedering voor het aangezicht van God, wanneer wij onze schuld voor Hem willen belijden.

Dit laatste doel komt vooral naar voren bij een openbare dag van vasten en bidden in bepaalde noodsituaties. Deze dagen werden in de zestiende en de zeventiende eeuw regelmatig gehouden. Naar mijn mening zijn er voor het vasten vanuit deze motieven sterke Bijbelse argumenten aan te voeren.

Ingekapseld
Als ik het goed zie, is in de gereformeerde gezindte de praktijk van het vasten vanuit dit perspectief (vrijwel) helemaal verdwenen. Misschien beschouwen we dat als pure winst, omdat we het als iets wettisch zien en hierachter roomse of remonstrantse werkheiligheid vermoeden.

Laat duidelijk zijn dat dat gevaar reëel is. De geschiedenis laat dat op verschillende manieren zien. Toch kan onze afwijzing van vasten ook onthullen dat we zozeer ingekapseld zijn in de geest van deze tijd dat we ons voor God en Zijn dienst en voor het zoeken van het ene nodige eigenlijk niets willen ontzeggen!

Daarom is het van belang dat we ons vandaag weer eens grondig bezinnen op het Bijbelse motief van het vasten. Juist deze weken lenen zich er bij uitstek voor om ons voor de Heere te verootmoedigen en te bidden: „Leer mij, o Heere, Uw lijden recht betrachten…” En waarom zou daarbij ook niet een bepaalde vorm van vasten passen?

De auteur is hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer