Een deel van de EU-landen stemt steeds tegen nieuwe varianten, maar toch laat de Europese Commissie die genproducten later toe. De groep tegenstanders is namelijk net niet groot genoeg om invoering te blokkeren en het EU-agentschap voor veilig voedsel adviseert steeds positief.„Zo kunnen we niet doorgaan. Dan ontstaat er een politiek probleem. Dit ligt gevoelig bij het publiek”, zei de Italiaanse milieuminister Matteoli donderdag bij een EU-vergadering in Brussel. Zijn Duitse en Spaanse collega’s noemden de procedure „erg onbevredigend.” Ze klagen dat Brussel steeds voorbijgaat aan de bezwaren.

Veel ministers willen de criteria voor toelating aanpassen. De Duitse minister Gabriel stelde voor vaker rekening te houden met regionale verschillen, zoals natuurgebieden waar dan geen gentechgewassen zouden mogen komen. Huidig EU-voorzitter Oostenrijk, zelf fel tegen gentechgewassen, wil hiervoor een deskundigengroep instellen.

Nederland, voorstander van de invoering van gentechnologie, vond de discussie donderdag in Brussel niet zo nodig. „Misschien ben ik er te nuchter voor, maar ik vind dat de regels voldoende waarborgen bieden”, zei staatssecretaris Van Geel (Milieu) na afloop. „We vragen steeds advies en oordelen van geval tot geval.”

Maar om toch een beetje mee te buigen met zijn collega’s was Van Geel wel bereid om de procedures nog eens te heroverwegen. „De besluiten over nieuwe varianten verlopen inderdaad wat hilarisch: al twee à drie jaar is er geen meerderheid voor toestemming of afwijzing. Steeds moet de Europese Commissie de knoop doorhakken. Heel onbevredigend.”

Genetisch aangepaste gewassen, die vaak beter groeien dan gewone gewassen, liggen gevoelig bij een deel van de consumenten. Ze vrezen dat de effecten voor gezondheid en milieu op de langere termijn niet zeker zijn. Anderen zeggen dat gentech nodig is om de groeiende wereldbevolking te voeden.