Aznar presteerde als EU-voorzitter maar matig
De Spaanse premier Aznar is uitgezwaaid als tijdelijk chef van de EU. Het Europees Parlement in Straatsburg blikte dinsdag met hem terug op de zes maanden dat hij aan het roer stond. De meningen over zijn conduitestaat zijn verdeeld.
Aznar kreeg een pluim van de christen-democraten. „Een succesvol voorzitterschap”, aldus fractieleider Pöttering. Kritiek klonk er daarentegen uit de hoek van de socialisten. „Hete hangijzers op het gebied van de uitbreiding werden uit de weg gegaan. Er waren te weinig nieuwe initiatieven”, stelde hun kopman, Barón Crespo, vast. Aanvoerder Prodi van de Europese Commissie op zijn beurt gaf als oordeel dat de problemen „met energie en wijsheid” zijn aangepakt.
Aznar zelf concludeerde: „We hebben op alle terreinen die tot onze prioriteiten behoorden, vooruitgang geboekt.” De stappen voorwaarts zijn echter beperkt van omvang, zo dient daar voor de eerlijkheid aan te worden toegevoegd. Er vielen in het afgelopen halfjaar geen indrukwekkende beslissingen en geen belangrijke doorbraken te noteren. Het was op punten als economische hervormingen en harmonisatie van asiel- en immigratiebeleid vooral „een bevestiging dat we willen realiseren wat nog niet gerealiseerd is”, zoals een europarlementariër het verwoordde.
Op de top van Barcelona, in maart, draaide het om de noodzakelijke inspanningen om Europa binnen acht jaar te doen promoveren tot de regio in de wereld met de beste prestaties op het vlak van groei, welvaart, werkgelegenheid en concurrentiekracht. De regeringsleiders benadrukten de eerder in Lissabon door hen uitgezette lijnen in dit verband.
Hoofdelement tijdens het beraad in de Catalaanse hoofdstad vormde de liberalisering van de energievoorziening. De uitslag was een bescheiden compromis. De markt voor de levering van gas en elektriciteit aan de grootverbruikers gaat in 2004 open, maar een concrete datum voor eenzelfde ontwikkeling in de sfeer van de particuliere huishoudens missen we tot dusver.
Drie maanden later greep Aznar het politieke klimaat in Europa aan om het asiel- en immigratievraagstuk plotseling als hoogste prioriteit naar voren te schuiven voor de tweede top onder zijn regie, in Sevilla. Na de opmars van Le Pen bij de presidentsverkiezingen in Frankrijk en de moord op Fortuyn in Nederland meende hij met dit onderwerp wellicht roem te kunnen verwerven.
De besprekingen, omgeven door een algemene staking en door bomaanslagen in het gastland, resulteerden -helaas voor hem- in slechts enkele deadlines voor te treffen maatregelen. De inhoudelijke onderhandelingen daarover zullen een prominente plaats innemen op de agenda van de komende EU-voorzitters, achtereenvolgens Denemarken, Griekenland en Italië.
Een principebesluit over de oprichting van een gemeenschappelijke grenspolitie was een brug te ver. Voorlopig richt de aandacht zich op nauwere samenwerking tussen de zelfstandig opererende douanes. Verder had Aznar in de Zuid-Spaanse stad graag vastgelegd dat voor naties buiten de Unie die onvoldoende meewerken aan de terugkeer van illegalen, een korting op de ontwikkelingshulp in het verschiet ligt. Hij had dat idee bedacht samen met zijn Britse ambtgenoot Blair. Zij rekenden niet met de oppositie hiertegen van de Franse president Chirac. Diens verzet zorgde ervoor dat we weinig van het aanvankelijke voorstel in de slotverklaring aantroffen.
Wat betreft de uitbreiding, onder de sturende hand van Spanje zijn de besprekingen over diverse hoofdstukken tot een goed einde gebracht. Ten aanzien van het voornaamste resterende onderwerp, de landbouw, werden tot nu toe echter geen knopen doorgehakt. Een gezamenlijk standpunt over wat de EU de Oost-Europeanen heeft te bieden als het gaat om de directe inkomenssteun voor de boeren, dat er eigenlijk halverwege dit jaar had moeten zijn, laat op zich wachten.
De koppeling die sommige regeringen bepleiten met een door hen gewenste reorganisatie van de agrarische politiek binnen het totaal van de Unie, betekent een ernstige complicatie. Er is alleen besloten het finale overleg hierover pas te voeren na de Duitse verkiezingen van 22 september. De Denen, die het estafettestokje hebben overgenomen, laten er inmiddels geen twijfel over bestaan dat zij hun volle gewicht in de schaal zullen gooien om in december definitief groen licht te geven voor de toetreding van tien aspirant-leden per 1 januari 2004.
Het lukte de Spanjaarden in het voorbije halfjaar ook niet de impasse op te heffen rond een aantal al langer slepende kwesties. Zo kwam er geen oplossing voor het geschil tussen Griekenland en Turkije, dat de afronding van de voorbereidende fase van een gezamenlijke defensiemacht blokkeert. Evenmin rolde er een akkoord uit de bus over de invoering van een energiebelasting en van een Europees octrooi. De top van Laken, in december 2001, eindigde met ruzie over de locatie van een serie agentschappen, waaronder het bureau voor de voedselveiligheid. Een deal daarover bleef eveneens uit.
Kritiek was er enkele maanden geleden op de druk die de autoriteiten in Madrid uitoefenden op de Commissie in Brussel om haar plannen voor sanering van de visserijsector af te zwakken. ”Meer Europa”, luidde de slogan van de Spanjaarden bij het uitoefenen van het voorzitterschap. Maar in de discussie over de genoemde bedrijfstak trekken zij zich terug achter de Pyreneeën en is Europa voor hen opeens ver weg.
Voor José María Aznar, wiens rechtse Partido Popular in de zuidelijke lidstaat over een absolute meerderheid beschikt, zit de klus erop. Als we hem ooit terugzien in een leidende rol binnen de EU, zal dat niet verbazen. Zijn ambities zijn bekend. In 2004 loopt zijn tweede ambtstermijn als premier af. Hij stelt zich waarschijnlijk niet herkiesbaar. Tegelijk lonkt hij naar een baan in de internationale arena. Op 1 januari 2005 krijgen we een nieuwe Europese Commissie en naar verwachting dingt hij mee om Prodi op te volgen.
Misschien biedt zich trouwens rond die tijd nog wel een prestigieuze functie aan. De Unie denkt er namelijk over om in de toekomst ook voor een langere periode een vaste voorzitter voor de vergaderingen van de regeringsleiders te benoemen. Het ligt een beetje voor de hand die te zoeken in de kring van oudgedienden.