Niet de PKN veroorzaakt kort geding
Op de opiniepagina’s van maandag en dinsdag riepen respectievelijk drs. L. C. van Drimmelen en ds. H. van den Belt de Protestantse Kerk op af te zien van een kort geding tegen de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk. Dr. C. van Sliedregt stelt dat het de PKN niet verweten kan worden dat de HNHK een eerder gemaakte afspraak over de naamskwestie schendt.
Het heeft mij als lid van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland -en naar ik weet veel synodeleden met mij- onaangenaam getroffen dat de synode van de Hersteld Hervormde Kerk op 28 januari 2006 bijna anderhalfjaar na de ondertekening van een overeenkomst over de te voeren naam op deze overeenkomst terugkwam.Bij het tekenen van de overeenkomst waren we blij en dankbaar dat we dit probleem tussen ons in ieder geval in goed overleg konden oplossen. Die blijdschap was er niet alleen bij ons, maar ook bij de Hersteld Hervormde Kerk. Er is daarna nog van alles gebeurd. We denken met name aan het vastgelopen overleg tussen het moderamen van onze kerk en het moderamen van de HHK over de ontvlechting van het ledenbestand: wie hoort bij wie?
In de loop van de achterliggende maanden waren er daarnaast echter ook tekenen van hoop. Overleg tussen sommige plaatselijke hervormde gemeenten en hersteld hervormde gemeenten over de ontvlechting van de ledenbestanden is wél gelukt. Ook de overdracht van goederen vanuit de Protestantse Kerk aan hersteld hervormde gemeenten. Definitieve regelingen, gebaseerd op een goed onderling overleg en op respect voor elkaar en van elkaars standpunten.
Keerpunt
Op 28 januari was er weer sprake van zo’n keerpunt, maar dan in negatieve zin. De synode van de Hersteld Hervormde Kerk nam een besluit over de naam dat lijnrecht inging tegen de gesloten naamsovereenkomst met de Protestantse Kerk. Op die dag werd niet alleen de overeenkomst met de Protestantse Kerk eenzijdig en zonder enig overleg opgezegd, maar werd ook besloten tot het kiezen van een werknaam. Een werknaam waarvan men al vanaf augustus 2004 wist dat de Protestantse Kerk die niet kon accepteren. Dit omdat deze naam tot verwarring zou leiden in het land, wat gebeurde vóór augustus 2004 en wat nu weer gebeurt. In de Protestantse Kerk bestaan namelijk hervormde gemeenten en die zullen -ik verwijs naar de protestantse kerkorde- tot in lengte van jaren blijven bestaan.
Daarom is mij het plotselinge gebruik van een ”werknaam” onbegrijpelijk. Als de synode van de HHK zich echt nog tot april zou moeten bezinnen over een uiteindelijke naam -anders dan in de overeenkomst is vastgelegd- dan zou in die paar maanden de werknaam HHK gebleven kunnen zijn. Binnen de Protestantse Kerk wordt het breken van de overeenkomst ervaren als een bewuste poging om als HHK verder in de slachtofferrol te kunnen kruipen.
Juridisch gezien heeft de Nederlandse Hervormde Kerk zich met de twee andere kerken sinds 1 mei 2004 voortgezet in de Protestantse Kerk in Nederland. Dat we daarover van mening verschillen met de hersteld hervormden, is evident. Zij waren het immers die in dit verband, reeds vóór de kerkvereniging, een rechtszaak aanspanden, de zogenaamde ”verklaring voor recht”-procedure. Zij waren het eveneens die rond 1 mei 2004 een rechtszaak aanspanden tegen de hervormde gemeente van Katwijk omdat ze zichzelf zagen/zien als voortzetting van de hervormde gemeente in die plaats. Zij waren het ook die in alle zaken die daarna gevoerd werden over naam en goederen op plaatselijk niveau, weigerden met de commissie van bijzondere zorg te overleggen om tot een oplossing te komen. Daardoor was er voor de Protestantse Kerk uiteindelijk geen andere uitweg dan de gang naar de rechter.
Het is niet alleen onfatsoenlijk maar juridisch gezien ook onbestaanbaar dat één van de partijen die samen een overeenkomst hebben gesloten, eenzijdig besluit deze op te zeggen. Dan kun je als andere partij maar één ding doen, en dat is de rechter vragen naleving te gebieden van de gesloten overeenkomst. Het is exact dat wat de Protestantse Kerk in Nederland de afgelopen weken heeft gedaan.
Goed overleg
Van diverse kanten is de Protestantse Kerk in de loop der tijd opgeroepen om af te zien van zo’n juridische procedure. Door onderling gesprek zou men tot een oplossing moeten zien te komen. Daar zit het nu juist! Want de PKN en de HHK hadden toch door gesprekken -op initiatief overigens van de PKN- zo’n oplossing gevonden en die in de naamsovereenkomst van augustus 2004 vastgelegd? Het kan toch niet aan de Protestantse Kerk verweten worden dat die afspraak door de Hersteld Hervormde Kerk wordt geschonden?
Bij mijn weten -en zo is het ook gecommuniceerd naar de synodeleden- heeft het moderamen van de Protestantse Kerk er steeds naar gestreefd in goed overleg de problemen rondom de scheuring op te lossen. En dat gebeurt nog wekelijks door de inzet van de commissie van bijzondere zorg, zoals die nog onder de hervormde synode is ingesteld.
Omwille van de naam van Jezus Christus zou ik ervoor willen pleiten in deze lijdenstijd die lijn van overleg voort te zetten. Al begrijp ik dat het moderamen van de Protestantse Kerk nog steeds geen antwoord heeft ontvangen op de vorige week uitgegane invitatie tot een gesprek met het moderamen van de HHK.
Van harte hoop ik dat de naam van Jezus Christus niet door toedoen van ons mensen voortdurend gesmaad wordt in de tijd dat wij heenleven naar Goede Vrijdag en Pasen.
De auteur is predikant van de hervormde gemeente van Nunspeet en synodelid van de Protestantse Kerk in Nederland. Hij schrijft dit artikel mede namens een aantal andere synodeleden.