Volgens de huisaccountant van Ahold zijn aantijgingen dat Deloitte in gebreke is gebleven bij de controle van de omzetcijfers van het supermarktconcern gebaseerd op „onvolledige kennis van de feiten” en „inzichten achteraf.”Dat stelde Deloitte dinsdag in een reactie op de kritiek die een dag eerder naar buiten kwam in het proces rond de fraude bij Ahold. De rechtbank in Amsterdam haalde maandag een rapport aan van getuige-deskundige Jan van de Poel, waarin het optreden van Deloitte als onprofessioneel wordt neergezet.

De Amsterdamse hoogleraar accountancy heeft geconcludeerd dat Deloitte te weinig werk heeft gemaakt van de wijze waarop Ahold alle inkomsten van gezamenlijke dochterbedrijven als eigen concernomzet presenteerde. De huisaccountant noemt deze opmerking in zijn reactie ongefundeerd.

Deloitte had zich voorgenomen niet in te gaan op zaken die tijdens het fraudeproces naar boven komen. De huisaccountant van Ahold voelt zich echter gedwongen te reageren op de beweringen van deskundige Van de Poel, die in opdracht van de rechtbank heeft gekeken naar de consolidatie van omzetcijfers door Ahold.

De hoogleraar zal nog een toelichting geven op zijn rapport. Het openbaar ministerie heeft hem 124 vragen gesteld en ook de advocaten van de vier verdachten willen op sommige punten toelichting.

In aanloop naar de behandeling van de fraudezaak is in de rechtbank al diverse malen kritiek geuit op de houding van Deloitte, dat onvoldoende zou meewerken aan het proces. Tijdens de tweede zittingsdag benadrukte de rechter nogmaals dat de accountant niet meewerkt en slechts summier documenten heeft overlegd.