Ahold-top eerste zittingsdag onprofessioneel genoemd
AMSTERDAM (ANP) – Een deskundige die in opdracht van de rechtbank de boekhoudfraude bij Ahold heeft onderzocht, betitelt het handelen van de voormalige bestuurders en commissarissen van het supermarktconcern als „onprofessioneel".
De geheime contracten die de Ahold–top opstelde om zeggenschap bij gezamenlijke dochterbedrijven te suggereren, worden gekraakt. De deskundige noemt dat „de allerdomste daad van Ahold".
Voormalig bestuurders van het supermarktconcern hebben samen met de mede–eigenaren van dochterbedrijven in het buitenland contracten opgemaakt waarin Ahold de controle over de ondernemingen claimde. Hierdoor kon het de gehele omzet van de gezamelijke dochters meetellen bij de eigen omzet. Maar in geheime documenten werden deze contracten vervolgens weer ontkracht.Met deze constructie accepteerden de Ahold–bestuurders het risico dat ze zouden worden aangepakt voor valsheid in geschrifte. „Het is onvoorstelbaar dat professionals van dit niveau dat niet geweten hebben", aldus de Amsterdamse hoogleraar Jan van de Poel, die door de rechtbank als deskundige is aangewezen. Zijn conclusies werden maandag geciteerd door de rechtbank in Amsterdam, waar de eerste zittingsdag plaatsvond in de strafvervolging om het boekhoudschandaal bij het supermarktconcern.
Voormalig Ahold–topman Cees van der Hoeven staat de komende weken samen met twee andere leden van de raad van bestuur terecht voor de fraude met dochterbedrijven. Datzelfde geldt voor de gewezen commissaris Roland Fahlin. De verdachten verschenen maandag met negen advocaten in de rechtbank.
Het openbaar ministerie verdenkt het viertal van betrokkenheid bij oplichting en valsheid in geschrifte. Tegen Van der Hoeven heeft justitie acht aanklachten ingediend, tegen zijn financiële rechterhand Michiel Meurs zeven.
Op 24 februari 2003 kwam de historisch omvangrijke fraude bij Ahold naar buiten. Daaronder viel niet alleen de onterechte consolidatie van dochterbedrijven, maar ook geknoei met inkoopkortingen bij het Amerikaanse onderdeel US Foodservice ter waarde bijna 900 miljoen dollar. In reactie op de fraude verloor Ahold 70 procent van zijn beurswaarde. Acht gedupeerden wilden zich in de strafzaak in Amsterdam voegen om een schadevergoeding te krijgen, maar de rechter ging daar maandag niet mee akkoord. De getroffen aandeelhouders zullen naar een civiele rechter moeten.
Van der Hoeven zei voorafgaand aan het historisch strafproces vertrouwen te hebben in de afloop. „Als je jezelf recht in de spiegel kan aankijken, heb je niets om bang voor te zijn. Dit is niet een proces van rechtpraten. Dit is een proces waarin moet blijken dat er naar eer en geweten is gehandeld". Volgens hem is de omzet van gezamenlijke dochterbedrijven in Zuid–Amerika en Scandinavië, waaronder Disco en ICA, altijd op de juiste wijze bij de concernomzet opgeteld. De aanpassing van de cijfers nadat de fraude bekend was geworden, heeft de bestuursvoorzitter zelfs „een aanfluiting" genoemd.
Zijn medebestuurder Jan Andreae zei optimistisch te zijn over de afloop van de strafzaak. De advocaat die zowel Andreae als Fahlin bijstaat, zei dat deze verdachten „ervan overtuigd zijn dat ze niets hebben misdaan". De twee voelen zich buitengewoon beschadigd door de strafvervolging. Meurs en zijn advocaten onthielden zich van commentaar.
De vier verdachten hebben onderling nog contact, aldus Van der Hoeven. „We lopen de deur niet bij elkaar plat, maar we spreken elkaar wel. Ik vind het allemaal echt integere mensen".
De raadsman van Van der Hoeven heeft ferme kritiek geuit op het rapport dat deskundige Van de Poel heeft opgesteld. Hij heeft passages uit het rapport schriftelijk afgedaan als onzin.
De deskundige hekelt ook de rol van de huisaccountant Deloitte. Gesteggel tussen de accountants in Nederland en de Verenigde Staten vormde een belangrijke opmaat voor de consolidatieproblemen. De Amerikaanse accountants hebben gevraagd om harde bewijzen dat Ahold de baas was bij de omstreden dochters. Dat was nodig om te mogen consolideren volgens de boekhoudregels in de VS, waar Ahold ook een beursnotering heeft.
Volgens Van de Poel waren de Nederlandse collega’s bij Deloitte met de oplossing van contracten over de zeggenschap „te blij om nog kritisch te kunnen zijn". „De accountant had al eerder wantrouwend moeten zijn".