Wiegel legt PvdA’er Bos op snijtafel
GRONINGEN - „Wiegel gaat een halfuur hakken op de PvdA.” De spindoctors van de VVD hebben niets te veel gezegd. Groningse VVD’ers wanen zich even in de jaren zeventig van de vorige eeuw en genieten met volle teugen.
In de Groningse binnenstad hangen grote posters waarop burgemeester Wallage staat. Gewapend met een megafoon roept hij zijn stadsgenoten op dinsdag te gaan stemmen. Of het helpt? Op een VVD-bijeenkomst in hartje binnenstad komen in ieder geval veel mensen af. In het sjieke Heerenhuis aan een van de fraaie stadsgrachten zijn alleen staanplaatsen. De toegestroomde liberalen kunnen er net in.De partij brengt aan het eind van de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen enkele van de grootste kanonnen in stelling die zij in huis heeft: VVD-fractievoorzitter Van Aartsen en VVD-coryfee Wiegel.
Opmerkelijk is dat de zaal een biertap heeft. Ruim een uur voordat de avond begint, maken liberalen die vroeg zijn gekomen daar al volop gebruik van. „Om een beetje in de stemming te komen”, zo zegt een aanwezige.
Elke zichzelf respecterende krant heeft een journalist gestuurd. Ook radio en televisie zijn aanwezig. Ze hebben de informatie van de VVD-spindoctors goed in hun oren geknoopt. Gedurende de campagne heeft de VVD al meer de PvdA op de snijtafel gelegd; Groningen moet de apotheose vormen.
Wiegel brengt de sfeer er in door eerst een paar grapjes te maken. Hij memoreert het linkse karakter van Groningen door er op te wijzen dat de collegeleden in de jaren zeventig verplicht werden in een rode auto rond te rijden. Met een hint naar het beruchte verkeerscirculatieplan van de stad: „En rondrijden kun je hier. Je weet waar je moet zijn en je ziet het, maar je kunt er niet komen.” Applaus verzekerd.
In ronde bewoordingen hekelt Wiegel de besluiteloosheid van PvdA-fractieleider Bos. „Ik heb zijn jongensboek gelezen. Hij verkoopt gebakken lucht; hij maakt geen keuzes. Hij citeert een gedichtje, maakt melding van zijn rondreis door Tibet. Hij ging weg bij Shell vanwege de dure horloges van zijn collega’s. Heilige boon”, zo schampert Wiegel. Weer gaan de handen op elkaar.
Eén keer heeft Bos wel gekozen. Wiegel: „In een interview met De Telegraaf zei hij dat hij in de volgende kabinetsperiode met het CDA wil regeren. Maar nadat het was verschenen, wist hij met zijn spindoctors niet hoe snel hij moest zeggen dat hij een links kabinet niet wilde uitsluiten. Een leider moet dapper zijn.” Dat Bos niet voorkomt in de top vijf bij de verkiezing van politicus van het jaar, spreekt voor Wiegel ook boekdelen. Instemming vanuit de zaal.
Wiegel had liever met Den Uyl van doen, de PvdA-leider met wie hij in de jaren zeventig de degens kruiste. „Die wist wat hij wilde. Dat was een echt mens. Ik bewonderde en respecteerde hem en ik wist dat hij mij ook waardeerde.” De ouderen in de zaal luisteren ademloos.
Maar Wiegel is niet alleen een man van het verleden. Hij deelt uitvoerig complimenten uit aan het kabinet-Balkenende. Zelfs CDA-minister Donner krijgt een pluim voor zijn beleid. Het rapnummer van de bewindsman over zijn drugsbeleid, weet Wiegel, in tegenstelling tot zijn partijgenoot Kamervoorzitter Weisglas, wel te waarderen: „Hij is een Ali B. in driedelig grijs.”
Wiegel krijgt vanuit het publiek natuurlijk de vraag voorgelegd of hij weer een prominente rol in Den Haag wil spelen. Wiegel herhaalt wat hij al eerder heeft gezegd: Dat antwoord komt wel, maar niet nu, en zeker niet voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Na Wiegel krijgt Van Aartsen nog het woord, maar de aandacht van de aanwezigen verslapt zienderogen. De mensen achter de bierpomp kunnen het werk niet meer aan.