Meer zorgen om pensioen dan om baan
ARNHEM - Meer dan de helft (55 procent) van de toekomstige pensioengerechtigden maakt zich zorgen over de uitkering op latere leeftijd. Dit overtreft hun ongerustheid over baan, hypotheekrente en eventuele waardedaling van de eigen woning.
Dat blijkt uit een woensdag gepresenteerd onderzoek van Intomart/GfK onder deelnemers aan pensioenfondsen. De enquête werd uitgevoerd in opdracht van Delta Lloyd. In het rijtje ”grote zorgen” scoren alleen levensonderhoud en de terugtredende overheid hoger dan pensioen.Ondanks zijn ongerustheid blijkt dat het pensioenbesef bij de gemiddelde premiebetaler laag is. Men is vaak onbekend met zijn pensioenvorm en leeft ten onrechte in de veronderstelling dat op de pensioengerechtigde leeftijd 70 procent van het laatstverdiende inkomen wordt uitgekeerd.
Ook het vertrouwen in de pensioenfondsen taant. Vooral de tussenpersonen moeten het ontgelden. Hoewel 91 procent van de bestuurders van deze grote bedrijven denkt dat persoonlijk advies het goed doet, heeft slechts 56 procent van de deelnemers fiducie in de adviseurs. „Ze vertrouwen hen voor geen cent”, aldus L. Roodbol van de afdeling risicomanagement van Delta Lloyd.
Hij verzucht dat er ten diepste „geen vertrouwen in z’n algemeenheid bestaat in het pensioen. Het is te complex. Eigenlijk moet je er de schoolbanken voor in om het te begrijpen.” Het is volgens hem onmogelijk om iemand van 50 jaar precies te vertellen hoe zijn pensioen op 65-jarige leeftijd uitziet. „Je bent niet op de hoogte van het dan geldende loon, weet evenmin hoe het staat met de AOW-uitkering. Het is een rad van avontuur.”
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat de fondsen zelf vooral zorgen hebben bij de almaar toenemende ingewikkeldheid van de regelgeving. Roodbol: „Solidariteit heeft tijd en ruimte nodig. De overheid zelf vormt de grote bedreiging voor de pensioenfondsen.” Verder zijn de bestuurders van de bedrijven ongerust over de aanhoudend lage rente, waardoor hun rendementen worden gedrukt.