Ondernemingen uit de brand na de ramp
De ING Groep is voorbereid op eventuele rampen. Woordvoerster Daila Nihot: „Uiteraard hebben wij voorzieningen. Al voor de aanslagen in de Verenigde Staten hadden wij onze plannen voor elkaar. Ik vind het moeilijk de vraag te beantwoorden hoe deze in elkaar steken.” Beter geformuleerd, ze zwijgt discreet. „Denk in termen als ’Lelystad’.”
Wel wil Nihot kwijt dat de maatregelen specifiek op de verschillende groepen van ING zijn toegespitst. Zo is er voor zakenbank Barings een aparte dealingroom beschikbaar wanneer werken in de eigen handelsruimte onmogelijk wordt. „Waar die is, kan ik u niet zeggen.” De voorzieningen strekken zich uit tot de kleinste vestigingen. „Als er iets misgaat, kunnen wij onze klanten blijven bedienen. We hebben ons best gedaan.”
Angelsaksische wereld
’Lelystad’ is een naam die woordvoerders van verschillende bedrijven laten vallen. Zij doelen op de twee gebouwen van het automatiseringsconcern Getronics, die vlak bij het station midden in de stad staan. De grote witte blokken bieden onderdak aan Nederlands grootste uitwijkhaven voor bedrijven. Als ergens onverhoopt iets grondig misgaat, kan het Business Continuity Center uitkomst bieden. Op vervangende computersystemen kunnen getroffen klanten op deze hightech–eerstehulppost de bedrijfsvoering voortzetten, totdat werken in de eigen kantoorruimte weer mogelijk is.
Dat het uitwijkcentrum goed is beveiligd, spreekt voor zich. Als ergens continuïteit met hoofdletters staat geschreven, is het hier. Om het gebouw heen belemmert een soort slotgracht dat een vrachtwagen met explosieven tegen de muren knalt. Architectonisch grapje? Overdreven? Zekerheid voor alles. Op strategische plekken houden talloze videocamera’s gewenst en ongewenst bezoek in de gaten.
De beveiliging houdt niet op aan de deur. Via een pasjessysteem wordt vastgelegd wie toegang heeft tot welke ruimte en wie op welk moment ergens is geweest. Directeur K. van der Straaten laat routineus met zijn pasje de zoveelste schuifdeur opengaan. „Iedere barrière is er één om doorheen te komen. Als de nood aan de man komt, moeten onze klanten ervan op aan kunnen dat ze in een echt veilig gebied terechtkomen.”
Van oorsprong komt de gedachte aan een vluchthaven waar de werkzaamheden kunnen worden voortgezet uit de Angelsaksische wereld, vertelt Van der Straaten. In ons land ging in de jaren zeventig het besef dagen dat continuïteit in de bedrijfsvoering een allesbehalve vanzelfsprekende zaak is. De afhankelijkheid van bedrijven van computers nam enerzijds enorm toe. Anderzijds leidden verschijnselen zoals Rote Armee Fraktion, rode brigades, maffia, terrorisme en ontvoeringen uiteindelijk ertoe dat een vijftal bedrijven de handen ineensloeg.
Vervangend circuit
In 1981 kwam het Computer Uitwijk Centrum gereed. De keuze voor Lelystad was min of meer toevallig bepaald door het gegeven dat een visionaire projectontwikkelaar pogingen had ondernomen een soort brainpark aan de kleigrond te willen onttrekken. De gebouwen kwamen alsnog van pas. Begin jaren negentig nam aandeelhouder Getronics de zaak helemaal over. Daarmee kreeg de evolutie van gesloten noodvoorziening voor een beperkt aantal belanghebbenden tot uitwijkcentrum voor 1200 organisaties een sterke impuls.
In geval van nood zorgt een evacuatieprogramma ervoor dat binnen de kortste tijd een vervangend kantoor volledig operationeel is. „Wij beschikken hier over faciliteiten waarmee bedrijven hun systemen draaiend kunnen houden”, zegt Van der Straaten. „In wezen gaat het om drie zaken. Dat zijn vervangende computers, kopieën van de gegevens en mensen.” Wat de laatsten betreft, bij voorkeur zijn het werknemers van het getroffen bedrijf. Zij zijn het immers die met de programma’s kunnen omgaan en het werk moeten voortzetten.
In grote lijnen verloopt de procedure als volgt. Stel, bij een bedrijf breekt een brand uit die het computersysteem verwoest. Na een melding trommelt Getronics specialisten op die een vervangend circuit opbouwen. In het centrum in Lelystad staan met dat doel batterijen computers gereed die over de meest uiteenlopende besturingssystemen beschikken. Van hypermodern tot stenen tijdperk – als het maar operationele apparatuur is waarmee klanten werken. De computers worden gekoppeld aan het gegevensbestand van de klant.
Eigen voorzieningen
Vervolgens kunnen de werknemers een paar weken in Lelystad aan de slag. Van der Straaten: „Tegenwoordig komt het ook wel voor dat wij onze diensten via netwerken aanbieden. Dan hoeven bedrijven hun mensen niet naar ons te sturen.” Dat is mogelijk wanneer bijvoorbeeld alleen de centrale computer om een of andere reden is uitgevallen, of wanneer een bedrijf zelf vervangende apparatuur en een alternatieve werkruimte beschikbaar heeft.
Hoe snel vervangende computers klaar moeten zijn, hangt af van het soort bedrijf. Van der Straaten geeft aan dat de „typische responsetijd” vier uur bedraagt. Daarnaast is van belang hoeveel gegevens weg zijn. „De meeste klanten houden het op een tot twee keer per dag een back–up.” Maar voor een bedrijf dat bestellingen rechtstreeks in de computer invoert, kan ieder uur gegevensverlies een ramp betekenen. Voor zulke klanten is een systeem beschikbaar dat de gegevens ”real time” bijhoudt. „Voor een paar ton per jaar heb je dan ook wat.”
Behalve over systemen, randapparatuur en kantoorruimte beschikt het uitwijkcentrum over een telefooncentrale, zodat organisaties onder alle omstandigheden bereikbaar kunnen blijven. Ook is er een dealingroom, die kleinere banken in staat stelt de handel in aandelen en opties door te laten gaan. Grote bedrijven hebben zo hun eigen noodvoorzieningen. Deze tendens zal voortzetten, verwacht Van der Straaten.
Het klantenbestand van Getronics is veelkleurig. „Iedere computerfabrikant in Nederland doet wel iets, maar wij zijn de enige die onafhankelijk werkt. Financiële dienstverleners, de overheid, uitkeringsinstanties – alle zichzelf respecterende bedrijven nemen ICT–continuïteit heel serieus. Velen daarvan zijn hier klant”, stelt Van der Straaten. „Samen doen ze dertig tot veertig keer per jaar een beroep op ons. In 80 procent van de gevallen is geen opzet in het spel. Het aantal spectaculaire voorvallen is bijzonder klein.”
Grote jongens
Hoewel de aanslagen van 11 september geen grote toename in het klantenbestand te zien geven, is het bewustzijn wel gestegen. Dat geldt temeer nu de acties van de Verenigde Staten tegen Afghanistan zijn begonnen. Van der Straaten. „De telefoon heeft niet roodgloeiend gestaan. Vooral kleinere bedrijven gaan zich wat beter bezinnen. De grote jongens kennen ons wel. Richtten we ons voorheen vooral op een reactie op een storing, nu houden we ons in toenemende mate met preventie bezig.”
Wat zuur voor Van der Straaten is dat in de kleurige brochure boven de „tien redenen om uw bedrijfsprocessen te waarborgen bij Getronics” een foto staat van de skyline van New York – inclusief de twee torens van het WTC. „Tja, als zoiets gebeurt dan houdt het op. Zijn de mensen weg, dan is het gebeurd. Aan alles zit een grens.” Boven Lelystad schildert een vliegtuig op weg naar Schiphol een witte condensstreep.