Vuurzee verslond woningen Ottoland
OTTOLAND - In het Zuid-Hollandse dorpje Ottoland woedde vandaag precies twintig jaar geleden een grote brand. De vuurzee legde drie boerderijen, drie woningen en een verfwinkel grotendeels in de as. Ruim twintig burgers raakten dakloos. „De onderlinge solidariteit van de dorpsbewoners was overweldigend.”
In het pittoreske dorpje Ottoland met zijn lintbebouwing heeft de tijd de sporen van de grote brand van twintig jaar geleden uitgewist. De weg kronkelt langs een brede sloot met aan weerszijden enkele oude boerderijen, afgewisseld met wat optrekjes van recenter datum.Net voor de brug staat de boerderij van D. Bons. Zijn woning werd ook getroffen door het vuur, maar bleef behouden. Aan de keukentafel, met uitzicht op de brede sloot voor zijn boerderij, haalt Bons herinneringen op. Een paar foto’s van de brand op 28 februari 1986 helpen hem.
„Die vrijdagavond bezocht ik als secretaris van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond de jaarvergadering iets verderop. De soep met broodjes waren inmiddels verorberd en ik wilde het jaarverslag gaan voorlezen. Er ontstond plotseling wat rumoer. Buurman Van Houwelingen zei tegen me dat hij naar huis moest, omdat er brand was in zijn fietsenschuurtje. Niet veel later gingen de piepers van drie vrijwillige brandweerlui die ook de vergadering bijwoonden.”
Bons heeft die avond nauwelijks zijn lezing vervolgd of zijn vrouw komt naar hem toe om hem de autosleutels te vragen. „We moeten mensen opvangen in ons huis, zei ze tegen me. Nog had ik niet goed door wat er allemaal aan de hand was. Tot de conciërge van het gebouwtje binnenkwam en ons zei dat we beter naar huis konden gaan. Eenmaal buiten zagen we in de verte grote vlammen boven de daken uitkomen die de lucht rood kleurden.”
Bij zijn huis aangekomen, ziet de Ottolandse veehouder dat het rieten dak van zijn boerderij al vlam heeft gevat. „Er stond een harde wind. De vonken vlogen door de lucht. Op de weg lagen stukken brandend riet. Er leek geen houden aan. De brandweer had bluswater nodig en maakte met een motorzaag grote wakken in het ijs dat de sloot bedekte. Het vroor dat het kraakte. De woensdag voor de brand werd nog een Elfstedentocht gereden.”
Behulpzame buurtbewoners hebben intussen al zo’n dertig melkkoeien van Bons uit de stal gehaald en de wei in gejaagd. De brandweer probeert van binnenuit het brandende rieten dak van Bons’ woning te blussen. Met succes. Zijn woning loopt ’slechts’ roet- en waterschade op.
Vijf andere woningen in het dorpje komen er minder goed van af. Zij branden tot de grond toe af. Drie koeien en veertien varkens vinden de dood.
„Mijn vrouw en de drie kinderen waren intussen al elders ondergebracht”, gaat Bons verder. „Wij kregen voorlopig ruimte aangeboden in het huisje van een oude vrouw die iets verderop woonde. In koude periodes logeerde ze altijd bij haar dochter. Alle mensen die dakloos raakten, kregen trouwens onderdak aangeboden. Er werd fantastisch voor ons gezorgd. De onderlinge solidariteit van de dorpsbewoners was overweldigend.”
In de nacht van de brand doemt voor de veehouder een nieuw probleem op. „Rond twaalf uur ’s nachts had de brandweer het vuur onder controle. De koeien konden weer naar stal. Maar de meterkast was drijfnat en kapot. Ik had dus geen stroom voor de melkmachine. Midden in de nacht heb ik een installateur gebeld en die heeft voor mij een nieuwe kabel naar de buren aangelegd.”
Volgens Bons kwamen in de dagen na de catastrofale brand vele duizenden nieuwsgierigen een kijkje in het dorp nemen. „De brand had ook de aandacht van de landelijke media getrokken.” Bons’ oudste zoon -toen elf jaar- kon ’s maandags op school zijn psalmversje niet opzeggen. „Gelukkig had de juffrouw er begrip voor.”
Direct na de brand richten de Ottolanders spontaan een comité op om de gedupeerden met goederen en financiële steun tegemoet te komen. Ook houden de plaatselijke kerken collectes. Een periode van opbouw breekt aan. Nieuwe huizen worden gebouwd, beschadigde woningen ondergaan een renovatie. Het treft Bons -lid van de plaatselijke gereformeerde kerk- tot op de dag van vandaag dat een bewoner in de muur van zijn nieuwe woning de letters ”Eben-Haëzer” liet metselen. „Tot hiertoe heeft ons de Heere geholpen.”