Sleegers scoort met wandelende billboards
’s-HERTOGENBOSCH - Door condensvorming veranderen knapperige patat en krokante bamischijven in een plastic tasje al snel in slappe frieten en zompige ballen. Een papieren tas lost dit probleem op. En papier biedt meer voordelen. „Maak van je tas een billboard.”
Als Twan Sleegers in de jaren tachtig als directeur binnenstapt bij Slijkhuis Verpakking is hem één ding snel duidelijk. De fabrikant van luxe inpakpapier en kleine zakjes moet nieuwe wegen inslaan om te overleven. Sleegers lanceert het idee om papieren draagtassen aan cafetaria’s te verkopen voor het vervoer van snacks.De eerste reacties die hij krijgt, zijn sceptisch. „Veel te duur. Cafetaria’s en snackbars blijven trouw aan de plastic variant die voor een habbekrats uit China komt”, zo krijgt Sleegers te horen. Toch gaat hij de boer op met zijn idee, gewapend met een aantal goede argumenten. „Een papieren zak is weliswaar duurder, maar absorbeert condensvocht veel beter. Daardoor blijven snacks krokanter. Bovendien leent het papier zich voor het uitdragen van een reclameboodschap. Maak van je tas een billboard.”
Mora ziet wel iets in het idee van Sleegers. De snackfabrikant besluit om enkele nieuwe producten extra aandacht te geven door papieren tassen gratis aan snackbarhouders mee te leveren. Uiteraard met opdruk. Op de horecavakbeurs Horecava in 1989 zijn de tassen niet aan te slepen, Mora neemt zo’n half miljoen exemplaren af. „Dat betekent een doorbraak. Vanaf dat moment willen klanten geen plastic meer.”
In hetzelfde jaar brengt hij deze activiteiten onder in een nieuw bedrijf, Sleegers Verpakking. Slijkhuis is dan al ontmanteld. Het assortiment groeit. Ook klanten uit andere sectoren tonen belangstelling. Steeds meer komt de nadruk te liggen op de reclamemogelijkheden. „Bedrijven zijn zich niet altijd bewust van de kracht van draagtassen. Uit Duits onderzoek blijkt echter dat een goede tas 400 tot 500 oogcontacten maakt.”
Afnemers zien volop kansen. Zo geeft printer- en kopieermachinefabrikant Océ de opdracht om voor een beurs een tas te ontwerpen met één belangrijke voorwaarde: de tas mag niet in een andere verdwijnen. Het resultaat: een grote tas die bezoekers gebruiken om juist al het andere materiaal mee te vervoeren. De Océ-exemplaren vullen de hal en het bedrijf beleeft een geslaagde beurs.
Sleegers kan legio andere voorbeelden noemen. Van een speciaal vliegtuigtasje voor Virgin Express tot een variant met daarop de nieuwste modebeelden van kledingmerk Vanilia. Bekende namen als Rabobank, KPN, Mexx, Bührmann en de Rotterdamse haven weten de weg naar ’s-Hertogenbosch te vinden. Voor de gepatenteerde Billbag tot de Summum met touwkoorden en extra bodemkarton.
Sleegers beperkt zich met zijn zeven werknemers tot ontwerp en verkoop, de productie heeft plaats bij Europese fabrikanten.
Goed papier maakt herrie, legt hij uit. „Krantenpapier hangt als pap aan elkaar. Dat komt door de lompen die worden toegevoegd. Het gaat echter om de cellulose die erin zit, die maakt het papier.”
De ondernemer bezoekt sinds 1994 ook regelmatig China, vooral voor plastic producten. Geen simpele plastic tassen, maar bijzondere handtasjes voor bijvoorbeeld bloemen of trendy postbags. „Daaraan komt veel handwerk te pas en dat is in China uiteraard goedkoper.”
Sleegers gaat echter niet met iedere Chinees in zee. „Als je in China gaat zoeken, vind je altijd een goedkoper adres. De arbeidsomstandigheden zijn in sommige gevallen echter erbarmelijk. Denk dan niet direct aan kinderarbeid, maar aan werknemers die tot de enkels in de inkt staan of aan fabrieken zonder toiletten. Wij willen onaangekondigd met onze afnemers binnen kunnen stappen.” Binnenkort opent Sleegers zelf een fabriek in het Chinese Suzhou.
Papier kost bomen, plastic vraagt aardolie. „Onze fabrikanten planten voor iedere omgehakte boom minimaal één nieuwe. Hout is geen uitstervend product. Voor onze plastic tassen gebruiken we polypropyleen, een bijproduct van aardolie. Dat schijnt niet zo belastend te zijn voor het milieu”, zegt Sleegers voorzichtig.
De prijzen variëren van 10 eurocent tot 1,5 euro per stuk. Het aantal jaarlijkse verkochte tassen gaat richting de 10 miljoen. De recessie brengt eerder meer dan minder klanten binnen. „We zijn een lucratief bedrijf”, erkent de 55-jarige ondernemer. „We hebben de bank niet nodig, dat is een prettige gedachte.”
Het klinkt allemaal als een succesverhaal, toch gaat niet altijd alles van een leien dakje. „Albert Heijn verpakte tien soorten specialiteitaardappels in plastic zakken van 1,5 kilo. Helaas zijn deze artikelen uit het assortiment gehaald. Ze gebruiken nu plastic krimpverpakkingen van een andere leverancier. Minder mooi, maar wel goedkoper en makkelijker bij het vullen. Ik blijf met AH in gesprek. Papier komt immers veel vriendelijker over.”