Smit Internationale verwacht lager resultaat
Het Rotterdamse sleep- en bergingsbedrijf Smit Internationale zal dit jaar een lager resultaat uit gewone bedrijfsvoering halen dan vorig jaar. Het zit vooral tegen bij de divisies berging, transport en heavy lift. Dat heeft Smit maandag bekendgemaakt.
Vorig jaar behaalde het bedrijf een resultaat van 25,6 miljoen euro. Eerder zei het bedrijf dit resultaat in 2002 te kunnen evenaren. Daar komen het nu van terug.
Smit zegt te lijden te hebben onder een zwakke markt in het bergingssegment. „Het marktaandeel is gelijk gebleven, maar het aantal bergingen is sterk teruggelopen”, aldus Smit.
Bij het transport en de zware hijsklussen heeft Smit te maken met opdrachtgevers die opdrachten op de lange baan schuiven. „Door gebrek aan vervangend werk is de bezettingsgraad voor dit jaar erg laag”, aldus het bedrijf. Het reorganisatieproces binnen dat onderdeel is nog niet afgerond, waardoor de divisie blijft kwakkelen.
Smit durft nu nog geen nadere voorspellingen te doen over de resultaten voor dit jaar. „De directie zal op 22 augustus, naar aanleiding van de presentatie van de halfjaarcijfers, met nadere mededelingen omtrent de winstverwachting komen.”
Bestuursvoorzitter B. Vree zegt geleerd te hebben van het standje dat Smit in 2000 van de beurs kreeg, toen het bedrijf te laat kwam met een winstwaarschuwing. „Dat zal ons niet nog een keer gebeuren.” Wel is het opmerkelijk dat de waarschuwing mede komt uit de hoek van de berging, waar Smit nu juist zo succesvol mee is geweest, zoals bij de berging van de Koersk.
Volgens Vree zijn er twee soorten bergingsklussen: de gevallen van acute nood en de wrakken op de bodem van zee. „Jongens in nood hebben zich vorig jaar niet aangediend”, aldus Vree. Dat heeft volgens hem deels te maken met het economische tij, waardoor er minder scheepvaart is. Ook is de scheepvaart veel veiliger geworden.
Smit heeft de gewoonte zich in de vooruitzichten te baseren op een historisch gemiddelde wat bergingen betreft. „Dat gemiddeld zullen we nooit halen”, zegt Vree. „We zitten of eronder of erboven.” Hij wijst er verder op dat vorig jaar, met onder andere de berging van de Koersk, een uitzonderlijk goed jaar was. „Het heeft ook te maken met politieke druk. De Koersk moest geborgen worden, de Estonia bijvoorbeeld ligt nog steeds op de bodem.”