Dat blijkt uit een studie van het Flevolandse waterschap Zuiderzeeland. De organisatie noemde de conclusie vrijdag verrassend, omdat deskundigen tot nu toe dachten dat er grotere effecten waren.Waterschap Zuiderzeeland maakte voor het onderzoek gebruik van moderne satellietbeelden en speciale computermodellen. Hoewel de grondwaterstand niet van groot belang is, mag het water volgens het rapport echter niet veel te hoog of te laag staan.

Wat waarschijnlijk het meeste invloed heeft op de opbrengst van de boer, is het soort gewas dat hij op zijn land verbouwt. De opbrengst van een akkerbouwer is sneller te verhogen als hij producten neerzet die het goed doen op het bodemtype van zijn grond.

Het waterschap beweert desondanks dat het wel degelijk belangrijk is om de grondwaterstand onder controle te houden. Een boer heeft er bij het bewerken van zijn grond namelijk wel last van als de grond te nat of te droog is. Hij moet dan meer moeite doen om zijn land te ploegen, te zaaien of zijn aardappels te poten.

Het behalen van hogere opbrengsten is wellicht wel mogelijk door het gebruik van nog betere ploegtechnieken. Zuiderzeeland verwacht daar echter niet veel van. De organisatie verwijst daarvoor terug naar de invoering van moderne grondbewerkingsmethoden, zoals het zogeheten diepploegen en woelen, halverwege de vorige eeuw. Het waterschap denkt niet dat er bij een nieuw onderzoek nieuwe technieken worden ontdekt die veel meer winst opleveren.