Voorzitter Barroso van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, lanceerde het idee voor een EIT en een aparte structuur daarvoor woensdag. Donderdag schoten de meeste Europese bewindslieden het voorstel voor een speciaal gebouw alweer af.Minister Van der Hoeven (Onderwijs) is wel gewonnen voor de gedachte om meer te doen aan hoogwaardig technologisch onderzoek in de EU. „Dat is absoluut noodzakelijk”, aldus de CDA–bewindsvrouw. Zij is evenals haar collega’s echter niet overtuigd van de noodzaak om daar een apart instituut „met een eigen gebouw en bureaucratie” voor op te richten.

De minister ziet meer in de aanpak van Europees Commissaris Figel (onderwijs en cultuur) om netwerken van Europese universiteiten en onderzoeksinstellingen financieel te ondersteunen. „Eventueel kun je die netwerken dan ook EIT noemen, maar laten we het geld niet steken in grote gebouwen in een groene weide”, aldus Van der Hoeven.

Zij vindt het verder onrealistisch om eerst te besluiten tot de oprichting van een instituut en daarna pas te besluiten over de financiering ervan, zoals Barroso voorstelde. „Dat gaat echt niet”. Volgens Van der Hoeven moet de EU er ook voor waken dat geld voor technologisch onderzoek ten koste gaat van de bestaande budgetten voor onderzoek, onderwijs en innovatie.

In Nederland werken de technische universiteiten van Twente, Eindhoven en Delft al samen via netwerken. Hetzelfde gebeurt in andere EU–lidstaten. Van der Hoeven denkt dat Europese netwerken kunnen voorkomen dat er een zogeheten ’brain–drain’ ontstaat, oftewel het vertrek van topwetenschappers naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten.

De minister van Onderwijs is het wel eens met de keuze van Barroso voor een nadruk op energie en milieu en informatie– en nanotechnologie. Bij dat laatste gaat het om onderzoek naar kostenbesparende verkleining van bestaande technologieën. „Wat Nederland betreft had daar ook nog water bij mogen komen, maar de keuze voor die aandachtsgebieden steun ik wel”.