Samen met neef Bert (44) voert George Terberg (53) de directie over Terberg Benschop. Die BV is een van de vele die onder de holding Terberg Beheer hangen. Leasing -20.000 auto’s- is een andere poot, net als Specials, dat voertuigen aanpast aan de eisen van gebruikers als brandweer en ANWB. Weer een andere tak bouwt systemen voor vuilnisophaalwagens.Terberg Benschop bleef dicht bij de plaats waar voorvader Johannes Bernardus Terberg in 1869 een dorpssmederij begon voor het smeedwerk en hoefbeslag van boeren uit de omgeving. Na diens dood breidde zoon Willem George het bedrijf uit met een ijzerwarenwinkel. Ook begon hij landbouwwerktuigen te maken.

Direct na de Tweede Wereldoorlog speelde de derde generatie in op de wederopbouw van de Nederlandse economie. De ombouw van legerjeeps en het aanpassen van legertrucks -die werden ontvangen in het kader van de Marshallhulp- legden de basis voor het huidige bedrijf, dat op jaarbasis met 250 werknemers 800 voertuigen bouwt: zo’n 700 trekkers en 100 vrachtwagens. In 2005 zette Terberg Benschop 88 miljoen euro om.

Na engineering en ontwerp begint het feitelijke productieproces altijd met zwaar, ruw staal, heel ambachtelijk, vertelt George Terberg tijdens een rondgang door het bedrijf. Chassis en veersystemen worden in eigen beheer gemaakt, alle andere componenten die bij de constructie en assemblage nodig zijn, komen bij derden vandaan. „Volvo levert motoren en cabines, Mercedes en Cummens leveren motoren, ZF en Allison transmissies, AxelTech assen en Michelin de banden.”

De vrachtwagens voor grondverzet en bouwtransport vormen 15 procent van de omzet. De terminal- en roro-trekkers voor het transport en rangeren van trailers in havens, distributiecentra en in de zware industrie zijn goed voor 85 procent. De zand-, grond- en asfaltwagens blijven meestal binnenslands: wegenbouwer Mourik uit Groot-Ammers is een bekende afnemer, net als Buko Transport uit Beverwijk en Transverko, een Rijswijkse aannemer in onder meer sloop- en grondwerk.

„Het voordeel van een Terbergtruck zit ’m in het extra laadvermogen. Wij gaan tot het hoogst toegelaten wettelijke asgewicht, waardoor we 3 tot 5 ton meer meenemen dan de concurrentie.” De meerprijs levert doorgaans geen problemen op.

De trekkers die trailers en containers op en vanaf roll-on-roll-off-schepen sjorren, worden via een netwerk van lokale onafhankelijke distributeurs afgezet in tachtig landen. „Alle Europese landen, Afrika en het Midden en Verre Oosten. Alleen in het Verenigd Koninkrijk hebben we een eigen vestiging.”

Hoe bereikt en handhaaft een ’kleine zelfstandige’ uit de Lopikerwaard z’n plaats op de wereldmarkt, te midden van veel grote concurrenten? Terberg lacht en heeft z’n antwoord direct klaar. „We maken een kwaliteitsproduct in een nichemarkt, voor marktconforme prijzen, waarmee we ons kunnen onderscheiden. Goede techniek, scherpe inkoop en streven naar een productie met korte doorlooptijden. De factor arbeid is bij ons relatief beperkt. Als je in een nichemarkt je volume weet te maken, dan doe je het goed.”

Verder is van groot belang, zegt hij, dat de klant kan rekenen op prima serviceverlening en dat hij snel antwoord krijgt bij problemen. „Dat hebben we wereldwijd goed voor elkaar. Maken we een fout, dat wordt die zo snel mogelijk hersteld. Dan kunnen klanten ermee leven. En komen ze bij je terug.”

Wie Terberg zegt, zegt Benschop en andersom. Het dorp met 5000 inwoners is als het ware om het 3 hectare grote bedrijf heen gebouwd. Veel personeelsleden komen uit de directe omgeving. De BV, een van de grootste exporteurs en importeurs in de regio, ontving begin dit jaar de Internationale Handelsprijs 2005 van de Kamer van Koophandel Utrecht.

George Terberg: „Het is een heel mooie, dynamische business, maar ’t vraagt ook veel om het goed te doen. En je moet zorgen dat je de goede mensen om je heen hebt, die beseffen waarmee ze bezig zijn. Dat geluk hebben wij.”