Neerwaartse druk op lonen dreigt in EU
Met een grote meerderheid heeft het Europees Parlement donderdag ingestemd met de omstreden dienstenrichtlijn. Het voorstel maakt het dienstverlenende bedrijven makkelijker om diensten aan te bieden in een ander EU-land. Kees Stad vreest een race naar de bodem.
De afgelopen dagen hebben enorme massa’s mensen gedemonstreerd tegen de ’Bolkestein-richtlijn’. Afgelopen zaterdag demonstreerden zo’n 35.000 mensen in Berlijn en dinsdag nog eens 40.000 à 50.000 in Straatsburg, waar het Europees Parlement zich over de maatregel boog. De Bolkesteinrichtlijn bepaalt de voorwaarden waaronder bedrijven en particulieren diensten mogen aanbieden in andere landen binnen de Europese Unie.De dienstenrichtlijn, die genoemd is naar de voormalige Nederlandse EU-commissaris die enkele jaren geleden de richtlijn opstelde, wordt gepresenteerd als een maatregel die vervelende, overbodige regeltjes wegpoetst. Maar leden van Europese vakbonden en globaliseringsactivisten van het internationale Attac-netwerk maken zich terecht grote zorgen over de gevolgen van het weghalen van allerlei nationale regels en bevoegdheden.
In veel gevallen zijn die namelijk helemaal niet overbodig. En deregulering lijdt in dit geval tot de bekende race naar de bodem. Degene die diensten het goedkoopst aanbiedt, zal de race winnen, ten koste van de anderen. De besparing zal al snel het arbeidsloon treffen en andere sociale kosten.
Schrale troost
Onder druk van de aanhoudende protesten, ziet de dienstenrichtlijn zoals die nu door het Europees Parlement is aanvaard er trouwens al een stuk beter uit dan het oorspronkelijke plan van Bolkestein. Zo wordt nu benadrukt dat de arbeidswetgeving buiten schot moet blijven en dat een aantal bijzonder gevoelige sectoren geheel buiten de maatregel zal blijven.
Bovendien wordt met zoveel woorden gegarandeerd dat de sociale zekerheid niet ondermijnd mag worden en dat vakbondsrechten en andere grondwetten onaangetast moeten blijven. Maar de belangrijkste pijler onder de maatregel staat nog steeds overeind. Die luidt namelijk dat buitenlandse aanbieders van diensten zich niet aan de regelgeving van het nieuwe land hoeven te houden, maar slechts gebonden zijn aan die van het land van oorsprong.
De nieuwe variant die in het Europees Parlement voorligt is een merkwaardig compromis tussen socialisten en centrumrechts. Veel zaken zijn niet duidelijk geregeld. Zo worden bijvoorbeeld uitzendbureaus buiten de richtlijn gehouden, maar mogen er tegelijkertijd geen beperkingen meer opgelegd worden aan grensoverschrijdende contractbepalingen tussen particulieren. Met andere woorden: de neerwaartse druk op lonen en arbeidsvoorwaarden zal door deze maatregel toenemen. Weliswaar zal die druk minder groot zijn dan met het oorspronkelijke plan van Bolkestein het geval zou zijn geweest, maar dat is een schrale troost.
Zakenleven
De maatregel draagt ook niet toevallig de naam van een toonaangevende neoliberaal. Bolkestein en zijn partij de VVD hebben voor alles het belang van het zakenleven voor ogen als ze beleid maken. In hun achterhaalde theorie komt het dan met de rest van de mensen ook wel goed. Gelukkig weten erg veel mensen in Europa wel beter.
De enige aanvaardbare dienstenrichtlijn stelt de regelgeving van het bestemmingsland bovenaan, en mikt op een ’race’ naar steeds betere beloning en regelgeving, in plaats van steeds slechtere.
De auteur werkt bij XminY Solidariteitsfonds en is daar onder meer redacteur van de website over globalisering www.globalinfo.nl.