Het voorstel maakt het dienstverlenende bedrijven makkelijker om diensten aan te bieden in een ander EU–land. Ondernemers mogen in andere EU–landen geen extra eisen krijgen zoals waarborgsommen, diploma’s en certificaten.Het parlement heeft de werking flink beperkt via ruim vierhonderd wijzigingsvoorstellen: sectoren als gezondheidszorg, uitzendbureaus, transport, gokken en omroepen zijn uitgezonderd. Bovendien gelden minder vaak regels uit de herkomstland van een bedrijf dan Bolkestein had gewild.

Door de aanpassing verminderde de vrees voor ‘sociale dumping’: een springvloed van goedkoop werkende Oost–Europeanen, zoals Poolse loodgieters. Dinsdag betoogden 30.000 tot 40.000 vakbondsleden (onder wie vijfhonderd FNV’ers) voor het compromis hierover van socialisten, christendemocraten en liberalen.

„Een overwinning voor sociaal Europa", zo noemde PvdA–europarlementariër Van den Burg het resultaat van de stemming. „Het is een grootscheepse verbouwing van een project dat desastreus had kunnen uitpakken".

SP, GroenLinks, het zelfstandige lid De Groen en andere linkse partijen hadden vergeefs geprobeerd het hele voorstel te verwerpen. Dat het niet is gelukt is „een nieuw dieptepunt voor Europa", aldus SP–Europarlementslid Liotard. „Ook de afgezwakte Bolkesteinrichtlijn leidt tot een neerwaartse spiraal in arbeidsvoorwaarden. We moeten nu in de Tweede Kamer de regering gaan intomen: die wil de aanpassingen terugdraaien. De regering is zo een gevaar voor de sociale zekerheid in Europa".

D66’ster In ’t Veld stemde ook tegen, maar juist omdat ze tekst te ver afgezwakt vindt: „Het parlement heeft een kans laten liggen om een werkelijk vrije Europese markt te creëren".

Met de EU–wet, waar de gezamenlijke EU–landen nog mee moeten instemmen, nadert de laatste van vier pijlers van de EU, zegt een tevreden CDA–Europarlementslid Doorn. „Vrij verkeer van mensen, goederen en kapitaal zijn inmiddels geregeld. Vrij verkeer van diensten nog niet", zegt Doorn. „Toch zorgt deze sector voor twee derde van de werkgelegenheid en de helft van de Nederlandse economie".

VVD–woordvoerder Manders is ‘niet ontevreden’ met het bereikte resultaat. „De richtlijn legt landen tientallen verplichtingen op om obstakels van het vrije dienstenverkeer te elimineren. Met name voor middelgrote en kleine bedrijven is dit een verbetering".

De VVD had de dienstenmarkt verder willen liberaliseren. „Helaas hebben socialisten en de christendemocraten hun ziel verkocht om de vakbonden te plezieren ten koste van de consumenten! Met protectionisme zetten we de welvaart van onze kinderen op het spel".

ChristenUnie/SGP stemde voor, omdat veel regels van het gastland blijven gelden voor buitenlandse dienstverleners. Paul van Buitenen onthield zich van stemming „omdat het voorstel vrij politiek is en hij a–politiek wil werken", aldus de woordvoerster van de fraudejager.

De organisatie voor middelgrote en kleine bedrijven MKB–Nederland is blij met het aangepaste voorstel. „Het wordt makkelijker om diensten te exporteren en oneerlijke concurrentie tegen te gaan", aldus een verklaring.

VNO–NCW is daarentegen zwaar teleurgesteld. „Er is zo gemorreld aan de richtlijn dat het op termijn ten koste gaat van economische– en banengroei", aldus secretaris internationale economische zaken M. van Oomen van de ondernemersorganisatie. Zij stelt juist dat vooral voor kleinere ondernemers belemmeringen blijven bestaan om over de grenzen hun diensten aan te bieden.