Hans de Boer schiet met kanon op mug
Het voorstel van de Task Force Jeugdwerkeloosheid om leerlingen te weigeren voor bepaalde studierichtingen schiet zijn doel voorbij, stelt Dianne Paarhuis.
Hans de Boer, voorzitter van Task Force Jeugdwerkloosheid, schiet met zijn voorstel om leerlingen voor bepaalde studierichtingen in het mbo te weigeren met een kanon op een mug.De opleidingen waar De Boer op doelt zijn voornamelijk opleidingen op niveau 3 en 4. Van de gediplomeerde uitstroom op deze niveaus stroomt 40 procent door naar het hoger beroepsonderwijs. Bovendien vindt 95 procent van de afgestudeerde mbo’ers binnen vier maanden een baan.
Instroom van deelnemers in het middelbaar beroepsonderwijs wordt gereguleerd via de beschikbaarheid van stageplaatsen. Stageplaatsen komen tot stand in nauwe samenwerking tussen scholen en bedrijven in de regio en op basis van arbeidsmarktanalyses van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. De beschikbaarheid van stageplaatsen loopt parallel met de vraag op de arbeidsmarkt. Deze vorm van regulering en samenwerking werkt goed.
Zeer gering
Drie van de vier opleidingen die De Boer als probleemsectoren kwalificeert, hebben landelijk gezien een zeer gering aantal deelnemers. De theateropleidingen hebben 410 leerlingen, een percentage van 0,09 procent van het totaalaantal van 475.000 mbo’ers.
De opleidingen binnen de sector sport en bewegen kennen een tekort van circa 600 stageplaatsen. Afgezet tegen het aantal deelnemers in deze sector, ruim 10.000, is dat een tekort tussen de 4 à 5 procent. In dat tekort moet uiteraard worden voorzien, maar het weigeren van leerlingen is daarvoor een te fors middel. Ook in het licht van CBS-cijfers die een banengroei in deze sector laten zien.
De auteur is manager strategische informatievoorziening en communicatie bij de Bve Raad, de brancheorganisatie van de onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie.