Leraren doen hun zegje over hun eigen vak
AMERSFOORT - Met de enquête ”Onderwijs aan het woord” moeten alle 300.000 leraren in Nederland hun zegje kunnen doen over hun vak.
Sinds maandag staat op internet de vragenlijst die de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL) opstelde.Leraren kunnen tot half maart aangeven hoe zij hun beroep ervaren. Ze kunnen ook laten weten wat zij in hun vak de belangrijkste thema’s vinden. In debatten praten zij daarover verder, wat moet resulteren in een agenda voor het onderwijs. Deze wordt aangeboden aan minister Van der Hoeven (Onderwijs).
In het paasakkoord, dat het kabinet vorig jaar sloot, kreeg het onderwijs er veel geld bij, onder meer voor het vmbo. De onderwijsbonden vroegen zich echter af waarom de leraren niet waren gehoord bij de besteding van het geld. Daarom komt de SBL, waarin ook de bonden vertegenwoordigd zijn, nu met deze enquête.
De SBL laat de traditionele onderwijssectoren los in het onderzoek. Het gaat er volgens projectleider M. van Bosbeek om profielen van leraren op te stellen. „Het kan bijvoorbeeld gaan om leraren die veel bezig zijn met onderwijsvernieuwing. Wat zijn hun overeenkomsten?”
Het liefst zou de SBL alle leraren hebben aangeschreven, maar hun gegevens zijn niet beschikbaar. Iedereen kan op www.onderwijsaanhetwoord.nl meedoen aan het onderzoek, maar volgens Van Bosbeek houdt de SBL wel in de gaten of het ook echt leraren zijn.
Vier leraren van het Van Lodensteincollege in Amersfoort geven een voorzetje.
Naam: Heleen van der Welle Vogelaar
Leeftijd: 52 jaar
Vak: geschiedenis
Hoe lang voor de klas? 32 jaar
Positieve kanten van het onderwijs? „Jonge mensen zicht geven op gebeurtenissen uit het verleden, culturele bagage meegeven en de wortels van onze christelijke cultuur laten ontdekken. In het algemeen: Leerlingen zijn mondig, maar ze kunnen enige nuancering in hun mening wel gebruiken.”
Negatieve kanten? „Het onderwijs is erg arbeidsintensief. Je hebt piektijden met veel voorbereiding, correctiewerk en examenbelasting, afgewisseld met rustige perioden. Wat meer spreiding van de werkdruk zou fijn zijn. Naarmate je ouder wordt, is het lastiger om evenveel enthousiasme op te brengen. Soms zijn de werkomstandigheden pover: oud meubilair, weinig hygiëne. Op kantoor gaat het er netter aan toe.”
Welke andere baan zou u willen? „Ik heb een brede belangstelling: archiefwerk, bibliotheekwerk of een kleine welzijnsorganisatie aansturen. Zendings of ontwikkelingswerk lijkt me ook mooi.”
Naam: Wim Jan van Braak
Leeftijd: 42 jaar
Vak: wiskunde
Hoe lang voor de klas? 19 jaar
Positieve kanten van het onderwijs? „Omgaan met jonge mensen. De vakinhoud komt op de tweede plaats. Relaties zijn in dit werk heel belangrijk. Zonder relaties is er geen kennisoverdracht. Soms zijn er gelegenheden om over de wezenlijke dingen van Gods Koninkrijk te praten. Kinderen schreeuwen om echtheid. Het is mooi om daar tijd voor vrij te maken. Pedagogisch bezig zijn is de peiler onder dit vak.”
Negatieve kanten? „Je wordt erg geregeerd door de klok en je moet sterk planmatig werken. Een klas met 25 leerlingen betekent dat je 25 verschillende relaties op hetzelfde moment moet onderhouden. Dat is intensief. De diversiteit van het werk is groot. Er gaan veel verschillende informatiestroompjes door je hoofd. Als je moe bent, last hebt van stress of je geheugen functioneert even niet goed, dan is dat in dit werk een ramp.”
Welke andere baan zou u willen? „Toch weer iets met wiskunde. Dat vak heeft mijn hart.”
Naam: Ingeborg de Bruin
Leeftijd: 26 jaar
Vak: Engels
Hoe lang voor de klas? 3 jaar
Positieve kanten van het onderwijs? „Het geeft mij een voldaan gevoel om voor de klas te staan. Ik heb 21 jaar in Canada gewoond en was daar activiteitenbegeleidster in de zorg. Drie jaar geleden maakte ik de overstap naar het onderwijs. Daar heb ik geen moment spijt van gehad. De goede band met zowel leerlingen als collega’s vind ik prettig.”
Negatieve kanten? „Het valt me op dat er vooral in het onderwijs zo veel mensen overspannen zijn. Als ik dat vergelijk met Canada, dan zijn de mensen daar veel rustiger. Ze denken daar veel meer: Als het werk vandaag niet af komt, dan morgen. Hier werken de mensen onder veel grotere tijdsdruk. Je ziet dat terug bij de leerlingen. Er wordt verder te veel vergaderd in het onderwijs. Het is vaak vergaderen om het vergaderen. Nederlandse jongeren zijn opener dan Canadese. Ze geven eerder hun mening, maar dat recht voor z’n raap zijn is niet altijd positief.”
Welke andere baan zou u willen? „Mijn eerste baan: activiteitenbegeleidster.”
Naam: Anco Colijn
Leeftijd: 34 jaar
Vak: biologie
Hoe lang voor de klas? 3 jaar
Positieve kanten van het onderwijs? „De vrijheid. Natuurlijk vrijheid in gebondenheid. En het contact met de jeugd. Verder is biologie gewoon een mooi vak.”
Negatieve kanten? „Je wordt altijd geacht 100 procent zin te hebben. Als je in het bedrijfsleven een keer je dag niet hebt, dan is dat niet zo erg. Dan begin je de volgende dag iets eerder en haal je dat wel weer in. In het onderwijs gaat dat niet. Als je hoofdpijn hebt of je hebt slecht geslapen, dan mag dat niet aan je te merken zijn. Leerlingen moeten altijd geboeid zijn door jouw les.”
Welke andere baan zou u willen? „Ik zou boswachter willen zijn. Of excursies willen verzorgen. Iets met natuur en mensen. Maar voorlopig boeit het onderwijs mij. Ik wil leerlingen stimuleren ook leraar te worden. Vaak willen ze van alles worden, behalve leraar. Zo iemand was ik ook vroeger. Sinds ik de overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs heb gemaakt, denk ik er anders over. Ik ben een gelukkige leraar.”