De Amerikanen garanderen 1 miljard dollar per jaar voor de komende tien jaar voor veiligheids- en ontmantelingsprogramma’s. De andere landen die tot de groep behoren (Canada, Japan, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië) moeten de andere helft opbrengen. Of dat ook gaat lukken is nog niet bekend, want de G-8-leiders konden het tijdens hun top in het Canadese Kananaskis nog niet eens worden over een verdeelsleutel.

De groep beloofde Afrika schuldverlichting en hulp, maar hier bleef men aanzienlijk vager dan bij de 20 miljard voor Moskou. Volgens critici belooft het zogeheten Africa Action Plan meer woorden dan daden. „Sommigen zullen zeggen dat dit niet genoeg is, maar ik moet benadrukken dat het hier om een duidelijk begin gaat van een hernieuwd engagement voor hulp van alle G-8-landen voor Afrika, inclusief schuldverlichting”, aldus de G-8-gastheer, de Canadese premier Jean Chrétien.

De Canadezen hadden op concretere resultaten gehoopt waar het de hulp aan Afrika betreft, maar er werd veel tijd en aandacht besteed aan de situatie in het Midden-Oosten. Aan de vooravond van zijn vertrek naar de G-8-top riep president Bush de Palestijnen op om hun leider Jasser Arafat te vervangen. Volgens de president hebben de andere leiders in Kananaskis „veel begrip” getoond voor het Amerikaanse standpunt, maar geen van zijn collega’s nam Bush’ oproep over om Arafat de laan uit te sturen.

Door de G-8-top in het geïsoleerde vakantiedorp Kananaskis te houden, slaagden de Canadezen erin demonstraties en gewelddadige manifestaties te voorkomen zoals die vorig jaar plaatsvonden bij de top in Genua. Daar viel bij de gewelddadigheden zelfs een dode.