Parlement onderzoekt WorldCom-fraude
De gehele top van het Amerikaanse telecomconcern WorldCom zal zich moeten verantwoorden. Twee commissies van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden beginnen volgende week hun onderzoek naar de fraude bij de telecomgigant. Het bedrijf camoufleerde vorig jaar en begin dit jaar in totaal 3,8 miljard dollar (3,85 miljard euro) aan verliezen.
De commissie heeft WorldCom-topman John Sidgmore, zijn voorganger Bernard Ebbers en de inmiddels ontslagen financieel directeur Scott Sullivan per dagvaarding ontboden. Verder wil men ook meer weten over de rol van Jack Grubman, marktanalist bij Salomon Smith Barney, die zijn steun voor het WorldCom-aandeel pas opgaf toen de boekhoudkundige fraude die binnen het bedrijf zelf ontdekt was de volgende dag bekendgemaakt zou worden. Het horen van Grubman is opmerkelijk.
„Het heeft er alle schijn van dat de ethiek op verschillende niveaus volledig zoek was. Wij zullen dat inventariseren en vervolgens bezien wat ons als wetgever te doen staat”, aldus Michael Oxley, voorzitter van de commissie. De commissie financiën en de handelscommissie van het Huis hebben ook een groot aantal documenten opgevraagd om een beter beeld te krijgen van de gang van zaken binnen het bedrijf die tot deze megafraude heeft kunnen leiden.
Er worden verder vragen gesteld over de rol van accountant Arthur Andersen. „De fraude bij WorldCom was veel groter dan bij Enron en was ook veel makkelijker te ontdekken. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat Andersen dat niet gezien heeft?” zo vraagt professor Roman Weil van de Chicago School of Business zich af. Andersen werd kortgeleden schuldig bevonden aan „ondermijning van de rechtsgang” omdat het bedrijf Enron-documenten had vernietigd nadat de Amerikaanse beurswaakhond Securities and Exchange Commission (SEC) en de FBI al met hun onderzoek naar het faillissement van Enron waren begonnen.
Het ministerie van Justitie heeft intussen aanklachten ingediend tegen drie Britse bankiers die tot voor kort werkten bij de Britse bank National Westminster. De bank was betrokken bij de creatie van verdachte samenwerkingsverbanden waarmee Enron verliezen camoufleerde. De drie Britten die hierbij betrokken waren hebben volgens justitie via een ingewikkeld verrekeningssysteem ten minste 7,3 miljoen dollar (7,4 miljoen euro) voor eigen gewin „afgeroomd.”