Cultuur & boeken

Het kunstje van het geld vergaren

Titel: ”Het Romantiek boek”
Auteur: Benno Tempel
Uitgeverij: Waanders, Zwolle, 2005
ISBN 90 400 89426
Pagina’s: 368
Prijs: € 14,95.

A. F. van Toor
8 February 2006 08:56Gewijzigd op 14 November 2020 03:27Leestijd 4 minuten

Na de prachtige catalogus ”Meesters van de Romantiek”, bij de tentoonstelling over de romantiek in de Rotterdamse Kunsthal, geeft uitgeverij Waanders nog een verrassende nalezing. Ronald de Leeuw en Benno Tempel schreven gewoon even verder: in ”Het Romantiek boek”. Het nieuwe concept van de Zwolse uitgeverij Waanders loopt uitstekend: gebonden boeken van een klein formaat, maar met al gauw zo’n 400 pagina’s en voor een redelijke prijs. De titels zijn min of meer gelijkluidend: Het … Boek. Het begon met ”Het Haagse School Boek” en ”Het Kunst Boek”, al snel gevolgd door ”Het Gouden Eeuw Boek”, ”Het Art Nouveau / Art Deco Boek”, en ”Het Literatuur Boek”. Buiten de wereld van de kunsten doet het concept het ook goed, zoals blijkt uit ”Het Vaderlandse Geschiedenis Boek”. En na ”Het Rotterdam Boek” kan de uitgever nog wel een paar jaar vooruit, tot en met wellicht ”Het Bronkhorst Boek”, over het kleinste stadje van Nederland.

De opzet van de kunstserie is eenvoudig: enkele inleidingen en veel illustraties, korte levensbeschrijvingen, een literatuurlijst en een niet al te uitgebreid register. Alles bijeengehouden in een harde kaft en linnenbinding. De grote omzet moet de betrekkelijk lage prijs compenseren.

Benno Tempel is de schrijver van ”Het Romantiek Boek”, Ronald de Leeuw verzorgde de inleiding. Laatstgenoemde heeft kennelijk wat tijd, nu zijn Amsterdamse Rijksmuseum vanwege de verbouwing (grotendeels) is gesloten. Want samen met Tempel heeft hij ook een prachtige tentoonstelling over de romantiek in de Rotterdamse Kunsthal samengesteld, die helaas inmiddels is afgelopen.

De term ”romantiek” voor het tijdvak 1800-1850 zal wel altijd punt van discussie blijven, vooral in Nederland. Het gaat om een kunstperiode, die in filosofie, muziek, literatuur en schilderkunst diepe sporen trok in West-Europa. Het was de tijd van de heftige hartstochten en tegenstellingen, een intense manier van beleven. De opvatting dat ons land eigenlijk nooit een echte romantiek kende, wordt met een romantische heftigheid tegengesproken door zowel Ronald de Leeuw als Benno Tempel. Inderdaad is het waar dat de gevoelsuitingen, de emotionele erupties in ons nuchtere land wat zwakker waren dan bijvoorbeeld bij onze zuiderburen en hun zuiderburen. Misschien dat de romantiek in Nederland daarom geen namen heeft opgeleverd als de Duitse Caspar David Friedrich, de Engelse Turner en Constable en de Franse Eugène Delacroix. Anderzijds telden mannen als B. C. Koekkoek en Wijnand Nuyen internatonaal mee. De inmiddels overleden kunstkenner Pieter Scheen heeft alle schilders in zijn lexicon absoluut objectief beschreven. Slechts tweemaal kon hij de verleiding om zijn eigen mening te geven niet weerstaan. Van Wijnand Nuyen schrijft hij: „Hij was zijn tijd ver vooruit, gezien zijn werk dat uitblonk door techniek en koloriet.” Nuyen stierf op 26-jarige leeftijd. De andere schilder waarvoor Scheen diep respect had was Jan Weissenbruch, „een der beste stadsgezichtenschilders van zijn tijd.” Toevallig beiden wel producten van de Nederlandse Romantische School.

Geld garen
Volgens De Leeuw hadden succesvolle Nederlandse romantici te vroeg het kunstje geleerd en waren zij te vroeg beroemd geworden. Daarna bleven de vernieuwingen uit en vergaarden zij eer, en vooral geld, door op een veilig en succesvol stramien voort te borduren. De „werkelijk Romantische geest” viel in ons land weinig aan te treffen, aldus Cornelis Veth in zijn boek over de Nederlandse schilderkunst. Maar wezenlijk verschilde de romantiek in ons land niet veel van deze stroming in het buitenland. Want met enkele uitzonderingen waren ook daar de kunstenaars niet zo veel temperamentvoller dan in ons land.

De Leeuw: „Zet men het hier geschilderde af tegen het geweld van persoonlijkheden als Delacroix of Turner, of zoekt men hier de aan het religieuze grenzende innigheid van een Friedrich, dan zullen de Hollanders schromelijk tekortschieten. Aanvaardt men echter dat onze Nederlanders hun eigen artistieke bagage meedragen, maar dat zij -als kinderen van hun tijd- wel degelijk tal van romantische elementen in hun benadering insluiten, kortom richten we onze antenne op het romantische gehalte van hun werk, dan kan de oogst een onverwacht rijke zijn.”

Theatraal
De oogst ìs rijk. Bladerend in ”Het Romantiek Boek” kom je korte inleidingen tegen met passende theatrale titels: ”Edele eenvoud en stille grootheid”, ”De blijvende verlokking”, ”De verloren strijd”, ”Het bizarre”, ”Een lach en een traan”, allemaal hoogdravende onderwerpen. De afbeeldingen met werk van onder meer Rochussen, Kruseman en Tavenraat, van Nuyen, Calisch en Van Os bewijzen de kwaliteit van de romantiek. En laten Koekkoek, Leickert en Schelfhout dan een kunstje geleerd hebben, het was wel een kunstje op hoog niveau. Met de herontdekking van de romantiek zullen we geen schade lijden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer