Dioxinezaak lijkt storm in glas water
DEN HAAG - Het ziet ernaar uit dat de speklapjes en de karbonaadjes van gesloten varkensbedrijven niet te veel dioxine bevatten en veilig gegeten kunnen worden. De eerste resultaten van proefslachtingen op verdachte dioxinebedrijven geven volgens minister Veerman goede hoop.
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft donderdagmiddag de eerste negen bedrijven vrijgegeven die vanwege vervuild veevoer sinds afgelopen weekeinde op slot zaten. Het gaat om acht varkenshouderijen en een leghenboerderij in Utrecht en Noord-Brabant, verklaarde een woordvoerster van de inspectiedienst. In totaal zijn nog 241 bedrijven geblokkeerd, om te voorkomen dat vlees met een verhoogd dioxinegehalte in de voedselketen terechtkomt.Onder de maatregel vielen 200 varkensbedrijven, 49 hobbypluimveehouderijen en één commercieel leghenbedrijf. De dieren zouden mogelijk veevoer met te veel dioxine gekregen hebben. De vervuiling van het voer, die veroorzaakt is door varkensvet uit België, kwam aan het licht tijdens een steekproef van de VWA.
Minister Veerman (Landbouw) toonde zich eerder op de dag in de Tweede Kamer al voorzichtig optimistisch dat de gesloten bedrijven weer aan de slag konden. Hij baseerde zich op eerste resultaten van proefslachtingen. Vrijdag of zaterdag worden de officiële uitslagen verwacht.
Op grond van berekeningen stelde Veerman dat de volksgezondheid niet in gevaar is geweest. „De eerste indicatie is dat de proefslachtingen de berekeningen gelijk geven.”
In de Tweede Kamer heerst onbegrip over de „zoveelste kwestie” met vervuild veevoer. Vooral dat het geleverde varkensvet zonder problemen door de Belgische controles kwam en dat pas in Nederland eigenlijk bij toeval met een bijzondere test de vervuiling met een nieuwe dioxinesoort werd ontdekt, baart hen zorgen. „Het moet geen vorm van Russisch roulette worden”, stelde CDA’er Atsma.
Veerman zint op maatregelen om de veiligheid extra te waarborgen. Zo wil de minister de komende maanden „kritisch kijken naar de ingrediëntenmix” van het veevoer. Daarbij zal hij bekijken of sommige risicovolle stoffen zoals de dierlijke vetten beter verwerkt kunnen worden via vergisting.