Mohammed B.: De profeet rechtvaardigt geweld
AMSTERDAM (ANP) – In een stortvloed van woorden, grotendeels geciteerd uit boeken van de gevangenisbibliotheek, probeerde Mohammed B. donderdag duidelijk te maken dat de profeet Mohammed islamitisch geweld rechtvaardigt, in de strijd tussen de gelovigen en ongelovigen. De gelovigen die daarbij sneuvelen, wacht het paradijs.
Daarop had B. ook gehoopt toen hij op 2 november 2004 Theo van Gogh vermoordde. Hij ging een vuurgevecht aan met de politie. Die schakelde B. toen echter uit met een welgemikt schot in het been. Zijn plek werd daarmee een cel in de best bewaakte gevangenis van Nederland in plaats van het paradijs.Over zijn positie in het strafproces rond de Hofstadgroep heeft B. nog met geen woord gerept. Hij lardeerde zijn betoog tot dusver met religieuze uitingen en gaf in vogelvlucht de levensgeschiedenis van de profeet weer.
Voor een van de meer ingevoerde toehoorders in het extra beveiligde gerechtsgebouw waar Mohammed B. zijn ‘pleidooi’ houdt, de publicist en rechtsfilosoof Afshin Ellian, staat het betoog van B. vooral voor „een enorme intellectuele leegte." Volgens Ellian maakt B. zich „belachelijk" door „een paar boeken uit de penitentiaire inrichting te citeren."
De bedoeling van het betoog van B. is de officier van justitie en de rechtbank te laten zien dat zijn gewelddadigheid voortkomt uit zijn geloofsovertuiging, zegt Ellian. Ook tijdens het proces tegen B. over de moord op Van Gogh was dat de uitleg die hij gaf voor zijn gruwelijke daad.
Ellian zei het zeer te betreuren dat het pleidooi van B. niet rechtstreeks en integraal op televisie wordt uitgezonden. „Dat is bizar en principieel verkeerd. De samenleving zou daar baat bij hebben. Je moet laten zien wie die man is. Hoe moet je hem anders ideologisch bestrijden? Ook moslims moeten met hem worden geconfronteerd, met wat hij zegt, rechtstreeks, niet via citaten in de pers. Dan kunnen zij zelf een keuze maken."
Ongeveer halverwege het betoog van B. verzuchtte Ruud Peters, islamoloog en getuige-deskundige in het Hofstadproces, dat hij nog steeds niet wist waar B. naar toe wilde. „Hij wil een overzicht geven van zijn ideeën. Hij harkt alles bij elkaar." De verdachte richt zich tijdens zijn voordracht af en toe tot Peters, omdat deze de digitale bestanden en geschriften van Mohammed B. heeft onderzocht en uitgelegd, in zowel het proces in de zaak van Van Gogh, als in dit proces.
Volgens Peters maakt B. van de gelegenheid gebruik om hier zijn geloof te verkondigen. „Het hebben van een podium is voor hem belangrijker, dan dat hij werkt aan zijn verdediging. Hij heeft de regie en vindt dat prachtig."
De islamoloog heeft nog niets gehoord dat ontlastend zou kunnen zijn voor B en stelt dat deze met zijn betoog de stelling van het openbaar ministerie eerder onderschrijft. Volgens het OM hing de Hofstadgroep de radicale politieke ideologie aan, die opriep tot geweld tegen ongelovigen. Het betoog van B. zou in die zin nog wel verkeerd kunnen uitpakken voor de rest van de verdachten, aldus Peters.