Vooral in de afgelegen en bergachtige gebieden is hulp nodig na ruim twintig jaar oorlog en drie jaren van extreme droogte. Volgens Morris heeft zijn organisatie nu toegang tot elk deel van het land, dat in totaal naar schatting 24 miljoen inwoners telt.

Hij zei het verder onwaarschijnlijk te achten dat er nu nog hongersnood uitbreekt, iets waarvoor eerder nog door hulpinstellingen werd gewaarschuwd. Hij verwacht dat volgende maand de oogst van het land kan worden gehaald, waardoor het voedselaanbod groter wordt.

Maar Morris benadrukte dat grootschalige hulp geboden blijft. Hij riep de donorlanden ertoe op hun steun niet te beëindigen. Hij zei te verwachten dat het aantal mensen dat voedselhulp nodig heeft, eind dit jaar kan zijn verminderd tot 4,5 miljoen monden die dan gevoed moeten worden.

Overal in het land worden volgens hem bakkerijen opgericht die worden geleid door vrouwen. In ruil voor hun werkzaamheden krijgen ze voedsel. „Het is goed voor de economie, de inkomsten en helpt het zelfrespect te herstellen”, aldus Morris.