Hoogtepunten en dieptepunten liggen dicht bij elkaar, ook in het leven van Rijkman Groenink. Elsevier wees de bestuursvoorzitter van ABN AMRO eind vorig jaar aan als Nederlander van het jaar. Het blad roemde zijn succesvolle inspanningen om de Italiaanse bank Antonveneta in te lijven.In dezelfde periode maakte de bank echter bekend dat hij een boete van 67 miljoen euro moet betalen aan Amerikaanse toezichthouders, omdat kantoren in New York en Dubai in de periode van 1997 tot en met 2004 het verbod op transacties met Iran en Libië hebben overtreden.

The Wall Street Journal meldde zelfs dat Groenink in 2004 persoonlijk opdracht gaf om een onderzoeksrapport over deze kwestie te vernietigen. Volgens de Amerikaanse krant loopt er nog een strafrechtelijk onderzoek naar de handelswijze van de topman.

Groenink kreeg dinsdag tijdens de presentatie van de jaarcijfers -de bank boekte in 2005 een nettowinst van 4,38 miljard euro, meer dan analisten hadden verwacht- opnieuw veel vragen over deze kwestie. Zeker omdat ABN AMRO begin dit jaar ook al moest boeten voor het regelen van valse garanties op woninghypotheken in de VS.

Uit de antwoorden bleek dat de Amerikaanse justitie zich nog niet bij ABN AMRO heeft gemeld om vragen te stellen over de overtreding van antiwitwasregels. Het is in de VS gebruikelijk dat toezichthouders de dossiers waarin zij boetes opleggen ook doorspelen naar justitie. „Dat verdwijnt daar in dat grote gebouw in Washington en daar is vooralsnog niets uitgekomen”, aldus Groenink.

Blijft de vraag of Groenink nu wel of niet opdracht heeft gegeven tot de vernietiging van het onderzoeksrapport. „Het ging om een kopie van het rapport in New York, het origineel lag gewoon in Amsterdam. De vraag deed zich voor of het verantwoord was een concept aan te bieden aan de toezichthouders. Ik meende van niet en heb het woord vernietigen gebruikt. Bij de onderzoekers gingen toen alle alarmbellen rinkelen. Het originele rapport heb ik zeker niet willen vernietigen.”

Het onderzoek door een onafhankelijk Amerikaans advocatenkantoor leerde overigens dat de top van ABN AMRO de rechtsgang niet heeft geblokkeerd. Zelfs de intentie daartoe ontbrak, aldus Groenink.

De „ongelukkige woordkeus” leidde echter wel tot een berisping door de raad van commissarissen. „We moeten beter op onze woorden letten, zeiden ze. En ze hebben helemaal gelijk. Ik heb potentiële imagoschade veroorzaakt voor de bank.”

Tijdens de persconferentie kreeg Groenink de vraag waarom het onderzoeksrapport van de Amerikaanse advocaten niet gewoon openbaar is. Daar wilde de topman echter niets van weten. „Het blijft een intern rapport. Wij geven u nu een gedetailleerd verslag, daar moet u het mee doen. Als u me niet wilt geloven, dan gelooft u me niet.”