Cultuur & boeken

Europa als militaire grootmacht

Titel: ”Supermacht Europa”
Auteur: Rob de Wijk
Uitgeverij: Mets & Schilt, Amsterdam, 2005
ISBN 90 5330 463 0
Pagina’s: 224
Prijs: € 22,50.

1 February 2006 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 03:25

Het zal met Europa slecht aflopen als het zich niet snel militair ontplooit. De tijd van een eenzijdige economische en politieke ontwikkeling -onder Amerikaanse bescherming- moet voorbij zijn. Dat is de boodschap van ”Supermacht Europa” van prof. dr. Rob de Wijk. De auteur is onderzoeker bij Clingendael, hoogleraar aan de Universiteit Leiden en aan de KMA (Koninklijke Militaire Academie).

De Wijk pleit ervoor dat de EU ook op militair gebied een grootmacht wordt, omdat ze op economisch gebied inmiddels al wel een supermacht is (let wel: geen superstaat). Zonder wapentuig kan de Unie nooit toevoer van grondstoffen en open handelsroutes garanderen.

Momenteel bestaat een Europese defensie alleen nog maar op papier. De nationale krijgsmachten weerspiegelen nog veelal de situatie van de Koude Oorlog: bedoeld voor eigen landverdediging, gebaseerd op dienstplicht en niet klaar voor langdurige buitenlandse missies.

De Wijk pakt in dit boek de handschoen op van de Amerikaanse schrijver Robert Kagan. In zijn bestseller ”Balans van de macht” liet Kagan enkele jaren geleden zien dat Europeanen conflicten liever met praten oplossen. Dat is prima, zeggen Amerikanen, maar met een sterk leger achter je praat je toch anders. Met andere woorden: alleen al door het bezit van militaire macht zijn de VS eerder geneigd daarvan gebruik te maken.

Het Europese wereldbeeld is Kagan veel te positief. „Europa voelt zich meer bedreigd door aids dan door terrorisme”, zei hij in april 2003 in een interview met deze krant. „Als de Europeanen graag een bipolaire of multipolaire wereld willen, laten ze dan zorgen dat Europa een militaire pool wordt.” Omdat De Wijk naadloos op Kagans analyse aansluit, is het vreemd dat hij hem vooral in negatieve zin aanhaalt.

Kloof
De Wijk begint met een analyse van de Europese crisis door de verloren referenda over de grondwet. Daarna beschrijft hij hoe de kloof tussen Europa en de Verenigde Staten de laatste jaren is gegroeid. Onder president Clinton ruilde de VS de strategie van ”coöperatieve veiligheid” in voor ”selectieve betrokkenheid”. Het omslagpunt ligt zelfs op één datum; 7 augustus 1998. Op die dag verwoestten bommen van al-Qaida de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania.

Meestal wordt 11 september 2001 als datum voor de omslag genoemd, en als verantwoordelijke president George W. Bush. Voor veel Nederlandse collega’s van De Wijk is Clinton de voorbeeldpresident als het gaat over samenwerking met Europa. Maar volgens De Wijk is het verschil tussen Bush en Clinton vooral gradueel.

Het belangrijkste voorbeeld is natuurlijk de internationale crisis rond Irak, begin 2003. Alleen de Britse premier Blair stond zij aan zij met de Amerikanen. De Wijk concludeert dat Blair in zijn eentje te licht was om Bush te overtuigen een VN-resolutie te zoeken. De les is dat Europa een eenheid moet zijn om invloed op de Amerikanen te kunnen hebben.

De verhouding tussen Europa en Amerika kwam tot bloei toen het communisme een gezamenlijke vijand was. Terecht constateert de auteur dat het bondgenootschap na de Koude Oorlog alleen nog op abstracte waarden is gebaseerd. De praktijk laat zien dat dit niet genoeg is.

Draconisch
Amerika en Europa groeien dus van elkaar weg en daarom moet de EU militair meer zelfvoorzienend zijn. Een andere reden vindt De Wijk in het terrorisme. Amerika is na 11 september door „draconische” maatregelen veiliger geworden, maar de EU juist onveiliger. Londen en Madrid zijn al aangevallen. De Wijk denkt dat dit nog maar het begin is van de beloofde „watervallen van bloed.” Vooral de oorlog in Irak -die De Wijk trouwens „een mislukt Amerikaans avontuur” noemt- draagt hieraan bij.

Vervolgens neemt De Wijk de lezer mee naar Azië. China en India zitten niet alleen economisch in de lift, ze zijn -anders dan Europa- ook bezig met de modernisering van hun krijgsmacht. Bovendien beschikken ze over kernwapens. De Wijk vindt het jammer dat Europa alleen met het handelsoog naar deze landen kijkt, en de machtspolitieke aspecten daarvan negeert.

Ook andere Aziatische landen, zoals Rusland, Japan en Australië, zijn sterk in beweging. Rusland bijvoorbeeld heeft maar een kleine economie, maar is wereldwijd een van de grootste olieproducenten. Omdat Europa de grootste olie-importeur ter wereld is -50 procent van de energie wordt ingevoerd- is er weinig fantasie voor nodig om te begrijpen dat dit politiek gevoelig kan worden.

Opvallend is dat de Verenigde Staten in al deze gebieden zeer actief zijn. Soms vriendelijk, soms ook met keiharde machtspolitiek, zoals in de Kaukasus en in Centraal-Azië. De Wijk constateert dat Europa op deze fronten volkomen buitenspel staat.

Al deze ontwikkelingen monden volgens De Wijk logischerwijze uit op de militaire ontwikkeling van de Unie. Momenteel lopen diverse lidstaten -waaronder Nederland- niet warm voor de Europese defensie, omdat die de NAVO dwarsboomt. De Wijk stelt daarom voor dat de NAVO haar activiteiten overhevelt naar de EU en overblijft als diplomatiek ontmoetingspunt met de Amerikanen. Het is de vraag of dit uiteindelijk geen sterfhuisconstructie is. Als men toch driftig aan het hervormen is, zou men de NAVO in haar geheel bij de EU kunnen onderbrengen en de secretaris-generaal een speciale zetel in de Europese Commissie kunnen geven. Op dat moment heeft men het overleg met de Amerikanen bij de EU zelf geïntegreerd.

Prikkel
Dit boek is goed bruikbaar voor hen die een actuele tekening van de wereld willen. Het ontbreken van een zaken- en personenregister beperkt de bruikbaarheid overigens wel.

Soms neemt De Wijk te grote stappen. Zo is zijn analyse van de EU-referenda waarschijnlijk te negatief. De Nederlandse bevolking bleek inderdaad genuanceerder over de Europese integratie te denken dan de Haagse elite, maar is zeker niet anti-Europees. Bij Tweede Kamerverkiezingen zullen pro-Europese partijen echt niet worden weggestemd. Maar burgers hebben nu eenmaal de neiging bij volksraadplegingen tegen de zittende macht te stemmen.

Wat religie in Amerika betreft heeft De Wijk onvoldoende oog voor het fenomeen ”burgerreligie” (”civil religion”). Presidentiële uitspraken als ”God bless America” zijn dan niet meer godsdienstig, maar cultureel.

Het betoog van De Wijk dat militaire integratie een noodzakelijk vervolg is op de economische, is niet de benadering die orthodoxe protestanten in het Europees Parlement kiezen. Toch is De Wijks redenering logisch en aannemelijk. Misschien dat dit boek een prikkel is om daar een even goed betoog tegenover te zetten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer