Nieuw fiscaal stelsel voor klus in huis, tuin en keuken
Werkgevers, werknemers en gemeenten hebben gisteren in de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) een akkoord bereikt over de ontwikkeling van een markt voor persoonlijke dienstverlening. Dit werk moet zo veel mogelijk een plaats krijgen op de formele, legale arbeidsmarkt, vindt Jan van Zijl.
Het gaat hierbij om eenvoudig werk in en om het huis, dat op dit moment voor een groot deel plaatsvindt in het informele, zwarte circuit. In zijn advies stelt de RWI een duaal fiscaal stelsel voor, waarin opdrachtgever en opdrachtnemer zelf kunnen kiezen voor een gedefiscaliseerde of een gefiscaliseerde variant.De gedefiscaliseerde optie is belasting- en premievrij. In de gefiscaliseerde optie is wel sprake van belastingafdracht en opbouw van socialezekerheidsrechten, maar zijn de kosten van het inhuren van persoonlijke diensten fiscaal aftrekbaar.
Belastingvrij
Met dit duale fiscale systeem wil de RWI het ook voor ondernemingen, zoals uitzendbureaus, mogelijk en aantrekkelijk maken om daadwerkelijk een markt voor persoonlijke diensten te ontwikkelen. Dit wordt bereikt doordat hun aanbod financieel concurrerend is met de diensten die belastingvrij door particulieren worden aangeboden. Wanneer het fiscale voordeel voor deeltijdwerkers toeneemt, wordt de drempel voor hen om te gaan werken lager.
Onder persoonlijke dienstverlening vallen de volgende werkzaamheden: schoonmaak in huis, hulp bij wassen en strijken, kinderoppas, boodschappen doen, hulp bij maaltijdbereiding, eenvoudig onderhoud in de tuin en verschillende vormen van persoonlijke begeleiding van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.
In de gedefiscaliseerde variant bepalen opdrachtgever en opdrachtnemer onderling tegen welke beloning en voorwaarden het werk moet worden gedaan. De opdrachtnemer hoeft over de verkregen inkomsten geen belasting en premie af te dragen. Gevolg is wel dat hij ook geen socialezekerheidsrechten opbouwt. Het inkomen dat belastingvrij mag worden verdiend, moet worden gemaximeerd op ongeveer 500 euro per maand.
In de gefiscaliseerde variant kan de opdrachtgever zijn kosten fiscaal aftrekken. De opdrachtnemer betaalt belasting en sociale premies, maar bouwt daardoor wel sociale zekerheidsrechten op.
De fiscale aftrekmogelijkheid voor particulieren biedt kansen aan het bedrijfsleven en zelfstandigen om op de bestaande vraag naar persoonlijke diensten in te springen en een nieuwe vraag uit te lokken. Voor particulieren maakt het uit kostenoogpunt namelijk niet uit of de dienst wordt verricht door een werknemer in dienst van een bedrijf of door een bekende uit de buurt.
De ontwikkeling van een markt voor persoonlijke dienstverlening is een belangrijke voorwaarde om de arbeidsparticipatie van zowel lager als hoger opgeleiden te vergroten. De werkgelegenheid voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt neemt erdoor toe, en daarmee de reële mogelijkheden van arbeidsparticipatie voor mensen met een uitkering. Door uitbesteding van huishoudelijke werkzaamheden kunnen vooral hoger opgeleide vrouwen makkelijker gaan werken of hun huidige baan uitbreiden.
Vrijstelling
Om fraude tegen te gaan, moet de opdrachtgever voortaan worden verplicht één keer per jaar aan de Belastingdienst op te geven welke beloning hij aan de persoonlijke dienstverlener heeft betaald. Zonder deze melding is er geen vrijstelling van de inhoudingsplicht (in de gedefiscaliseerde variant) of recht op aftrek van de gemaakte kosten (in de gefiscaliseerde variant).
Bijstandsgerechtigden moeten een vrijlatingsregeling krijgen voor het verrichten van persoonlijke diensten. Maar zolang de uitkeringsafhankelijkheid blijft bestaan, behoudt de bijstandsgerechtigde zijn sollicitatieplicht.
Ten slotte is de voorgenomen overheveling van de huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) een kans om de markt voor persoonlijke dienstverlening tot ontwikkeling te brengen.
voetnoot (u17(De auteur is directeur van de Raad voor Werk en Inkomen, het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI heeft zijn advies, een alternatief voor de wittewerksterregeling die nooit goed heeft gewerkt, gisteren aan de voorzitter van de vaste kamercommissie van sociale zaken en werkgelegenheid aangeboden.