Kerkgeschiedenis van Kapelle-Biezelinge
Titel:
”Gods akkerwerk”
Auteur: L. F. Kosten
Uitgeverij: De Ramshoorn, Goes, 2002
ISBN 90 76466 24 6
Pagina’s: 267
Prijs: tot 1 juli: € 20,-, daarna € 25,-. De Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten ging in 1922 uit van het gegeven „dat de kerk niet met censuur tegen verzekering optreedt.” Maar in de plaatselijke gemeente te Kapelle-Biezelinge dachten de broeders er op 26 maart 1941 anders over. De kerkenraad besloot dat „leden van de gemeente die zich aangesloten hebben bij verzekeringsfondsen of iets dergelijks, geen geldelijke ondersteuning van de armen zullen ontvangen.”
Dat blijkt uit de verschenen geschiedenis van de gereformeerde gemeente te Kapelle-Biezelinge, die 75 jaar geleden tot openbaring is gekomen. Het boek kwam uit bij uitgeverij De Ramshoorn onder de titel ”Gods akkerwerk”. Als een auteur bij zo’n gelegenheid zijn neus diep in de notulenboeken steekt, komen boeiende besluiten, zoals over assurantiën en andere kwesties, boven water. Belangrijker echter dan allerlei menselijk geharrewar is het als God werkt. De schrijver van het boek, L. F. Kosten, heeft, telkens in een kolom aan de rechterzijde van de pagina, korte biografische gegevens vermeld van ambtsdragers die de gemeente hebben gediend. Misschien zijn die stukjes wel de meest aangrijpende gedeelten van het boek. Wat een leed in mensenlevens. Maar van deze en gene geldt dat hij leerde: Wacht op de Heere, en Hij zal u verlossen.
Instituering
De gemeente te Kapelle-Biezelinge ontstond uit die van Goes. Nogal wat mensen die daar lid waren, vonden dat het voor ouderen, zwakkeren en kinderen ondoenlijk was telkens naar Goes te gaan. Auto’s waren nog geen gemeengoed in die tijd. En autorijden op zondag beschouwde menigeen als zonde. Ds. G. H. Kersten hield de eerste kerkdienst te Biezelinge op 5 februari 1924. En ds. M. Hofman institueerde de gemeente op 13 mei 1927.
Het kerkelijk kennen en kunnen was lang voor de Tweede Wereldoorlog nog niet groot. Zo spreken de notulen van 20 september 1927 dat „de Kerk in gewijd wordt.” Niemand zal zich bewust zijn geweest van de roomse zuurdesem van deze woorden. De mensen waren wel zuiniger dan tegenwoordig. „Het hemelwater is kostbaar; het moet dus goed opgevangen worden. De koster gebruikt het water immers voor het schoonmaken van het gebouw. En als er water over is? Dat kan verkocht worden”, meent de kerkenraad op 17 december 1928. „Mits er maar voldoende voorraad is voor de kerk.”
Zes was genoeg
Kapelle-Biezelinge heeft een tijd gehad dat zes kerkenraadsvergaderingen per jaar voldoende waren. Omdat er niet zoveel georganiseerd werd in het kerkelijk leven? Stellig. Maar waarschijnlijk ook omdat er dankzij de goede onderlinge verhoudingen weinig problemen waren.
Was er meer honger naar het Woord? In elk geval anders: toen de kerk klaar was „kwam aan de orde het bespreken om aan Leeraren te schrijven en te vragen of die ook eens kwamen spreken.” De leesdiensten waren niet zo veracht als ze heden ten dage soms lijken te zijn. Toch klaagde het college ook in de vooroorlogse jaren reeds over „het geestelijke.” Ook toen al moest worden vermaand „wegens wangedracht.”
”Gods akkerwerk” verrijkt de kleine kerkgeschiedenis met een nieuwe uitgave. Dat is, zeker voor de liefhebber, fijn. Een enkele kanttekening zal niemand euvel duiden. Qua structuur heeft het boek iets merkwaardigs. De eerste hoofdstukken staan in chronologische volgorde. Daarna zijn af en toe hoofdstukken ingeweven over aparte onderwerpen, zoals de zangvereniging, de studievereniging en de eerste orgels. De lezer moet even doorkrijgen wat er aan de hand is.
Reformatie
Zou het verder niet aardig geweest zijn om het ontstaan van de gereformeerde gemeente te Kapelle-Biezelinge vooraf te hebben laten gaan door een globale schets van het kerkelijk leven in de regio? Vanaf de Reformatie? Een heel positief punt zijn de vele, buitengewoon aardige foto’s. Vooral de mensen die de afgebeelde personen nog hebben gekend, zullen daar blij mee zijn.
De onrust rond 1953 is aangrijpend. De woorden van de toenmalige consulent ds. A. F. Honkoop om „in het stof voor God te bukken en Hem om genade te smeken” zijn herkenbaar.