Het gaat om Buma en Sena (muziek), Videma (beeld) en de stichtingen Reprorecht en Thuiskopie (kopieerwerk). De vijf organisaties hebben elk een eigen, van elkaar afwijkende werkwijze, aldus MKB-Nederland. Voor ondernemers is dat een bron van ergernis. De administratieve verplichtingen zijn omslachtig en tijdrovend.Een winkelier heeft te maken met wel vijf organisaties die rekeningen sturen voor het gebruik van muziek, beeldmateriaal en kopieën in de winkel. Buma en Sena innen geld voor muziekrechten van componisten, tekstschrijvers en muzikanten. Videma doet dit voor de beeldrechten. De stichting Reprorecht int vergoedingen voor fotokopiën en Thuiskopie stuurt rekeningen aan iedere verkoper van blanco dvd’s en cd’s.

Een samenvoeging van die vijf zou bedrijven als winkels en cafés heel wat papieren rompslomp schelen, aldus MKB.

Onder de organisaties voor auteursrechten zelf bestaat verdeeldheid over eventuele samenvoeging. Zo stelt Buma Stemra dat „het altijd al voorstander is geweest.” Volgens een woordvoerster lopen hierover gesprekken tussen de organisaties. Wel ziet zij de complicatie dat de organisaties verschillende soorten instanties controleren, met bedrijven aan de ene kant en particulieren aan de andere kant.

De auteursrechtenorganisatie Videma ziet de noodzaak van samenvoeging echter niet. Een woordvoerder stelt dat de organisaties juist administratieve lasten uit handen nemen van bedrijven, omdat zij anders individuele artiesten moeten betalen voor het gebruik van hun muziek, films enzovoorts.