Cultuur & boeken

Kinderpreekjes van J. C. Ryle

Titel:

M. M. Natzijl
26 June 2002 13:59Gewijzigd op 13 November 2020 23:39

”Nu dan, kinderen, hoort naar mij. Bijbelvertellingen”
Auteur: J. C. Ryle; oorspronkelijke titel ”Children’s Stories”, vertaald door N. A. Eikelenboom
Uitgeverij: De Groot, Goudriaan, 2002
ISBN 90 6140 798 2
Pagina’s: 79
Prijs: € 8,95. „Beste kinderen, ik ga het met jullie hebben over de Heere Jezus Christus en jullie ziel. En daarom is het dat ik nu voor jullie ga preken. Ik weet het: je kunt jezelf niet goed maken. Maar de Heere Jezus Christus kan je goed maken. Vraag Hem of Hij jouw naam wil schrijven in Zijn Boek van het Leven.”

Zo spreekt ds. John Charles Ryle (1816-1900) tot kinderen van zes tot twaalf jaar in zijn boek ”Nu dan, kinderen, hoort naar mij” over „de weg die je moet gaan om in de hemel te komen.” Het onderwijs aan de kinderen van de gemeente lag Ryle na aan het hart en hij voelde zich sterk betrokken bij hun geestelijk welzijn. „Verhalen uit de Bijbel zijn wáár, elk woord is waar en geen fantasie”, zegt Ryle. Elke Bijbelvertelling is een geschiedenis met een boodschap.

Duidelijk en helder legt Ryle de betekenis van zeven Bijbelteksten uit met het accent op de verantwoordelijkheid van de mens: „De Heere Jezus, Die aan het kruis stierf om ons te redden, heeft een bijzondere zorg voor kleine kinderen. Want Hij zegt: „Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.” Neem daarom de Heere Jezus aan als je Herder en Vriend.”

Toelichting
Uitgaande van een juiste vertaling behoeft deze spreekwijze enige toelichting. „Ga maar tot Jezus” is voluit Bijbels, want er staat: „Laat de kinderkens tot Mij komen.” Maar ”tot Jezus gaan” en ”Jezus aannemen” zijn besmette termen geworden omdat deze ook misbruikt worden. Wat bedoelt men eigenlijk hiermee? We gebruiken hier dezelfde woorden, maar is de inhoud ook dezelfde? Velen raken opnieuw verstrikt in arminianisme en in de bekoring van de evangelische beweging. Zij spreken vooral in de wij- en onsvorm. Men neemt aan zonder dat er geschonken is. Gods Woord wordt vaak versluierd in algemeenheden. Maar we kunnen onze kinderen ook verhinderen door onze vrijblijvendheid. Eerlijk moeten we zeggen langs welke weg het liefhebben van Jezus plaatsvindt.

Ryle beschrijft duidelijk hoe kinderen zijn „die in de waarheid wandelen.” „Zij proberen altijd bij de zondige wegen vandaan te blijven. Ze hebben geen plezier in wat voor zondige dingen dan ook, en ze vinden het ook niet fijn om bij mensen te zijn die deze zondige dingen doen. Het is hun grote wens om te zijn als Jezus: heilig, onschuldig en ver bij de zondaars vandaan.”

Evenwicht
Om het evenwicht te houden tussen ”verantwoordelijkheid” en ”onmogelijkheid” leze men ook de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3 en 4, artikel 12, over het onderscheid tussen een levend geloof en een dood geloof. „Tijdelijke dingen kunt gij behandelen, zo als gij wilt, maar ik smeek u voorzichtig te zijn met de eeuwige dingen”, zegt Spurgeon. „Ge hebt eigenlijk een méér verantwoordelijke taak dan de predikant. Hìj spreekt voor volwassenen die een eigen mening hebben, maar kinderen, die gij onderwijst, hebben nog geen mening en keuze.”

Ter afsluiting van ieder hoofdstuk zijn enkele vragen opgenomen om het gelezen gedeelte met de kinderen te bespreken en te overdenken.

Deze bundel is een leerzame handreiking om kinderen te wijzen op de noodzaak van een nieuw hart. Niet alleen voor leerkrachten en vertellers, maar ook voor de ouders.

De tekening op de omslag spreekt voor zich. Menig verteller zou wensen zo’n aandachtig gehoor te hebben. Vertellen is zien en niet alleen bespreken. Als we „afschilderen voor ogen” wordt er geluisterd!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer