Vrijwel alle Europese ministers van Financiën wilden dinsdag een tijdelijke regeling voortzetten waarbij bepaalde dienstverlenende beroepen onder een laag btw–tarief vallen. Elk land heeft vetorecht in deze kwestie. Zonder akkoord is Nederland op grond van Europese regels verplicht om de btw van kappers, schoenlappers, fietsenmakers, schilders en stukadoors op te trekken naar 19 procent.Tot woede van minister Zalm wilden Polen en Tsjechië niet instemmen. Zij eisten toegevingen op hun eigen btw–wensen, zoals een laag tarief voor nieuwbouw van huizen. Toen deze landen lid werden van de EU, is een verhoging afgesproken. „Ze hebben dit aangegrepen om de toetredingsverdragen te heronderhandelen", aldus Zalm. „Dat werd niet echt gewaardeerd door de anderen".

Zalm dreigde Polen en Tsjechië „onder druk te zetten" als de twee niet uiterlijk eind deze week laten weten alsnog in te stemmen. „Onredelijkheid wordt met onredelijkheid beantwoord". Hij verwees onder meer naar het besluit dat Nederland en andere EU–landen binnenkort moeten nemen over het toelaten van Poolse werknemers. „Ze moeten op geen enkele medewerking rekenen van degenen die nu de dupe worden van hun weigerachtigheid", dreigde Zalm.

Volgens de minister zullen kapper en dergelijke niet per direct duurder worden zonder akkoord. Hij wil de kwestie dan voorleggen aan de top van Europese leiders in maart. Bovendien kost een btw–verhoging sowieso tijd, betoogde hij.

Lange tijd was Duitsland dwarsligger, maar het land ging uiteindelijk akkoord met een verlenging van het lage tarief tot eind 2010. Frankrijk slikte morrend het blijvend hoge tarief voor restaurants. Over dit alles verschijnt midden volgend jaar een studie, zo staat nog in het compromis.