Biotech groeit ondanks malaise
De economische terugval en het verslechterde beursklimaat hebben vorig jaar ook de biotechnologische sector in Europa parten gespeeld. Toch is deze industrie in 2001 voor investeerders aantrekkelijk gebleken en ziet de toekomst op de lange termijn er goed uit.
Dit bleek uit een dinsdag gepresenteerd onderzoek van advies- en organisatiebureau Ernst & Young. In totaal werd door Europese biotechbedrijven in 2001 2 miljard dollar aan kapitaal verworven. Dat is veel minder dan de 6 miljard dollar in het voorgaande succesjaar. Maar volgens P. Lucas is dit resultaat gezien de economische omstandigheden goed. De Nederlander Lucas, een van de onderzoekers, signaleert voor de lange termijn duidelijke groeipotentie.
De kapitaalverwerving in de biotech gebeurt veel meer via participatie- en beleggingsmaatschappijen en veel minder via beursgangen. In 2000 gingen er in Europa nog 39 biotechbedrijven naar de beurs, vorig jaar was dit aantal geslonken tot vijf.
De investeringen concentreren zich op de „wat rijpere biotechbedrijven.” In dat verband zeggen de onderzoekers zich wel wat zorgen te maken over het verminderde aantal startende biotechbedrijven.
De Europese biotechsector is de laatste jaren sterk ontwikkeld. Over de laatste vijf jaar is de omzet verzesvoudigd tot 14 miljard dollar. Europa telt momenteel zo’n 1800 biotechbedrijven. Groot-Brittannië en Duitsland blijven in Europa de boventoon voeren, Nederland bekleedt een bescheiden positie in de middenmoot.
Uit het onderzoek blijkt wel dat de bedragen die investeerders in Nederlandse bedrijven stoppen steeds groter worden. In het afgelopen jaar werd meer dan 3 miljoen euro per bedrijf gestoken in Glaucus in Odijk, Kiadis te Leiden, Pamgene in Den Bosch en Semia te Bunnik, zo staat in het rapport.
In het rapport wordt verder geconstateerd dat biotechbedrijven steeds minder afhankelijk worden van de farmaceutische bedrijven. Biotechbedrijven sluiten meer en meer met elkaar samenwerkingsverbanden in plaats van met de farmaceutische industrie. Volgens Lucas is samenwerking met collega’s uit de sector veelal aantrekkelijker omdat het onderzoek bij de grote farmaceutische bedrijven vaak minder efficiënt is geregeld.