Wachten op een vlucht naar Kabul
Dusjanbe vrijdagmiddag. De Haji Yakub-moskee in het centrum van de Tadzjiekse hoofdstad is afgeladen. Het begin van de vastenmaand ramadan heeft verstrekkende gevolgen voor de stad: plotseling geen kettingrokers meer op straat en zelfs de alom aanwezige bacchanalen in Russische stijl zijn voor een maand drooggelegd.
We worden aangestaard door mannen en jongens met Chinese en Mongoolse gelaatstrekken. Tadzjikistan is na een bloedige burgeroorlog, die pas twee jaar geleden ophield, niet bepaald een trekpleister voor westerse toeristen. Dusjanbe is een stoffige, duistere stad, vol stalinistische bouwwerken. Het wemelt er van de prostituees, straatdieven en allerhande scharrelaars met weinig goeds in de zin. Politieagenten vallen hoofdzakelijk op door hun grote hoofddeksels.
Op het plein voor de moskee wordt fel gediscussieerd over de oorlog in het aangrenzende Afghanistan. Veel moslims dragen baarden in Taliban-stijl, al zijn de zuiderburen sinds 11 september niet meer zo populair. Tot de aanslagen in Amerika was er een zekere sympathie voor de Taliban. Een leerling uit de koranschool vertelt opgewonden dat Dusjanbe ook wel wat islamitische scherpslijpers kan gebruiken vanwege de lage moraal in de stad, maar hij verwerpt aanslagen op onschuldige mensen. De Arabieren en Tsjetsjenen die aan de zijde van Bin Laden en de Taliban vechten, horen volgens hem niet thuis in de regio. Hij geeft ons een stapeltje islamitische lectuur en verdwijnt in de moskee. De imam houdt een preek over broederliefde en roept op tot vrede tussen moslims.
De Taliban hebben, in tegenstelling tot de Noordelijke Alliantie, geen ambassade in Dusjanbe. De regering van Tadzjikistan, een wonderlijke combinatie van islam en Sovjeterfgoed, heeft op een triomf van de alliantie gegokt, onder het motto: Beter een goede buur dan een verre vriend. Het land zelf is al instabiel genoeg. Na de burgeroorlog hebben de milities nauwelijks wapens ingeleverd en de strijd kan ieder moment weer oplaaien.
Met buurland Oezbekistan zijn er geregeld grensconflicten. Tadzjikistan is kortom een kruitvat in een al even explosieve regio. Het land is tot overmaat van ramp bankroet, al is er vanwege de oorlog in Afghanistan een tijdelijke economische opbloei waar te nemen.
Wodka
De enige weg naar Kabul leidt via Dusjanbe. Honderden journalisten en hulpverleners verblijven in de stad, wachtend op een konvooi over land of een directe vlucht met een aftands Antonov-vliegtuig van Sovjetmakelij naar Afghanistan. De westerlingen met hun zakken vol dollars worden grondig uitgekleed en prijzen schieten dagelijks omhoog. Donderdag ging het gerucht dat er een legerhelikopter naar Afghanistan zou vliegen. Je kon je naam op een wachtlijst zetten, tegen betaling van 2350 dollar voor een enkeltje, en dat voor een vlucht van een paar uur. De helikopter is echter niet meer gesignaleerd.
Een dag later zou de Antonov vertrekken en tot ieders stomme verbazing bleek een enkeltje nu slechts 300 dollar te kosten. Maar nadat we een dag op het vliegveld hadden gewacht, maakte een official van de Noordelijke Alliantie grijnzend bekend dat er om onbekende reden geen vlucht kon vertrekken. Kom morgen maar weer terug, zei hij optimistisch.
We arriveerden in Tadzjikistan vanuit het naburige Kirgizië met een stokoud Yak-vliegtuig, dat plaats bood aan twintig mensen. Rugzakken, laptops en camera’s stonden schots en scheef in het gangpad. Voor het vertrek zagen we de crew opgewekt wodka drinken op de luchthaven, om vervolgens waggelend naar de Yak te lopen.
Ook de ambassade van de Noordelijke Alliantie boert goed. Visa voor Afghanistan variëren van 100 tot 200 dollar. Prijzen in Afghanistan zijn volgens de enkeling die de afgelopen dagen terugkeerde naar Dusjanbe, een nachtmerrie. Voor een taxirit betaal je al snel 200 dollar.
Ooggetuige
De dood van de drie journalisten –een Duitse en twee Fransen– heeft de sfeer onder de wachtende journalisten er niet beter op gemaakt. Een ooggetuige kwam volslagen doorgedraaid terug van de plek des onheils. De aanval op het konvooi werd gepleegd door een groepje Tsjetsjenen, die met een aantal soldaten van de Noordelijke Alliantie als gijzelaars weer de bergen in trokken. Toen ze werden opgespoord en omsingeld, hebben ze zich opgeblazen met de granaten die aan hun uniformen bungelden. De lichamen van de drie journalisten werden verminkt en doorzeefd met kogels en granaatscherven teruggevlogen naar Dusjanbe.
In de stad Kandahar, waar hevig gevochten wordt, zouden zich nog 20.000 Taliban bevinden, vooral Tsjetsjenen en Arabieren. Ze zitten als ratten in de val en zullen tot het bittere eind doorvechten. Overgeven is geen optie. De Noordelijke Alliantie liet gisteren weten in het geheel niet blij te zijn met de speciale Britse troepen die zich nu in Kabul bevinden. Zwaarbewapende etnische milities uit het noorden zijn onderweg naar Kabul om hun aandeel in de overwinning op te eisen.
De positieve geluiden van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië ten spijt, is het zeker dat deze oorlog nog lang niet voorbij is. In Dusjanbe is de middenstand er in ieder geval niet rouwig over.