Regen spoelt wegen en bruggen weg in rampgebied Pakistan
GHNOL - De eerste grauwe wolken boven het Pakistaanse rampgebied verschenen zaterdag. Die nacht begon het te regenen en te sneeuwen. Met bakken viel het uit de lucht.
Tot en met donderdag. De schok kwam toen het eindelijk opklaarde en Pakistaanse mineurs de schade opnamen. De wegen waren weer even slecht als vlak na de aardbeving van afgelopen oktober.Donderdagavond kreeg luitenant-kolonel Anwaar het slechte nieuws. Een brug op de belangrijke weg tussen Balakot en Naran in het centrum van het rampgebied, was weggespoeld door de regen. „Het kwam als een schok. Ik wist dat de grondverschuivingen de weg hadden gebarricadeerd, maar dit hadden we niet verwacht.”
Vrijdagmorgen kwam hij zelf de schade opnemen bij het dorpje Ghnol, waar enkele dagen eerder de brug nog trots dienst had gedaan. „Ik moest vijf uur lopen vanaf Balakot omdat de weg was weggespoeld”, legt de stevig gebouwde Anwaar uit. In zijn donkere ogen twinkelen kleine lichtjes, maar hij heeft de komende dagen heel wat problemen op te lossen.
Zelfs met 250 man gaat het lange tijd duren om de weg weer open te maken. „De weg is op enorm veel plekken volledig weggespoeld door de regen van de afgelopen dagen. Het gaat ons zo’n tien tot twaalf dagen kosten om de 122 kilometer tot aan Naran weer begaanbaar te maken.”
Met „begaanbaar” bedoelt de militair niet een mooi geplaveide weg waar auto’s en vrachtwagens over kunnen rijden, maar een gevaarlijk rotspad dat op de meeste plekken enkel kan worden bereden door stevig gebouwde landrovers.
Bulldozers
Het wegspoelen van de brug kwam weliswaar als een verassing, maar Anwaar is er niet door overweldigd. „In een dag of vijf hebben we de weg van Balakot tot Ghnol geklaard. Daarna kunnen we in een uur of vijf, zes een nieuwe brug bouwen. We brengen de brug op vrachtwagens, dus daar moeten we de weg sterk genoeg voor maken. Ik denk dat we zo’n twintig vrachtwagens nodig zullen hebben.”
Terwijl een groep mineurs om hem heen staat, belt hij een superieur. „We hebben drie extra bulldozers nodig voor aan de Balakotkant, meneer”, zegt hij gewichtig en met kaarsrechte rug. Hij krijgt te horen dat ze er binnen een dag kunnen zijn. Het Pakistaanse leger draait zijn hand niet om voor een weggespoelde weg in de besneeuwde bergen van het rampgebied.
Het kleine groepje Pakistaanse soldaten die een basis hebben opgezet, maken zich er totaal geen zorgen over dat ze geïsoleerd zijn. „We hebben voldoende voorraden voor de tentenkampen hier voor zes weken”, zegt kapitein Attiq, „en voor onszelf voor drie maanden.”
Voor het Cubaanse veldhospitaal ligt de situatie totaal anders. „De waterzuiveringsmachine doet het niet meer, en ons water is zo goed als op”, zegt een van de dokters. Ook hebben ze nog maar voor enkele dagen benzine voor de noodgenerator en is er nog maar weinig voedsel. Ze beginnen zich zorgen te maken en vragen kapitein Attiq per helikopter voorraden te laten brengen. „Helaas zijn er geen helikopters beschikbaar”, zegt Attiq.
Dit is een voorbode van problemen in de komende maanden. „Zolang er regen en sneeuw vallen, blijven we grondverschuivingen houden”, zegt Anwaar. „Van nu af aan gaat dat enkel maar erger worden.”
Gletsjers zijn een van zijn grootste zorgen. „In de komende maanden zullen die de bergen af glijden. Ze gaan ons ontzettend veel problemen opleveren.” Hij weet waarover hij praat. „Vorige week hebben we de eerste gletsjer van de weg gehaald. Dat kostte drie dagen.”
Pas vanaf april wordt begonnen aan de echte herbouw van de weg. „Als de financiële middelen worden toegewezen.” Het zal ten minste vijf jaar in beslag nemen voordat de weg volledig is herbouwd, schat hij.
Steenlawine
Dicht bij hem werkt een groep mineurs aan de weg. Het is een enorme puinhoop. Zo ver het oog kan zien, is de weg bedolven onder rotsblokken, grond en meegesleurde bomen. Ineens komt met donderend geraas nog een gedeelte van de bergwand naar beneden.
Aan de andere kant van de lawine wacht een groepje mannen. Zij willen over het levensgevaarlijke punt heen. Als het weer rustig is, proberen ze de oversteek te wagen. Ze kijken voortdurend angstig naar boven.
Ondanks het gevaar heeft Anwaar sinds de aardbeving geen van zijn mannen verloren. „Allah is genadig geweest”, zegt de luitenant-kolonel.
Tijdens de terugtocht per voet naar Balakot, vertelt hij over het werk van de volgende dagen. „Rond de volgende berg ligt een grote grondverschuiving. Die moeten we opruimen. Op 13 januari hebben we daar een schoolmeisje gevonden zonder armen en benen. Toen de aardbeving kwam, waren er zo’n 150 schoolkinderen op het nabijgelegen schoolplein. Ze zijn allemaal door de aardverschuiving weggevaagd. We hebben tot nog toe veertien lichamen gevonden, maar de overheid heeft gezegd dat de levenden belangrijker zijn en dat we de weg open moeten houden. Anders zouden de overlevenden verhongeren.”
Hij weet al dat als hij de komende dagen weer op die plek begint op te ruimen, een groot aantal ouders zich zal verzamelen. Zij hopen allen dat hun kinderen worden gevonden. „We proberen zo voorzichtig mogelijk te graven.”
De mineurs wacht de komende weken nog veel zwaar werk. Zo’n vijftien bruggen staan op instorten. De ingestorte brug heeft Anwaar realistisch gemaakt. „Door de aardbeving zijn er scheuren ontstaan in de bruggen. Een vallende rots of een hevige regenbui is voldoende om ze naar beneden te halen.”