Allochtoon vaker werkloos dan autochtoon
DEN HAAG - Allochtonen zijn twee- tot driemaal zo vaak werkloos als autochtonen. Het aantal allochtonen met een vaste baan of een eigen bedrijf is de afgelopen tien jaar echter fors gestegen.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit twee onderzoeken in de vijftig grootste gemeenten door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Van de Marokkanen in de vijftig gemeenten is 27 procent werkloos. Bij de Antillianen is dat 22 procent, bij Turken 21 procent en bij Surinamers 16 procent. Van de autochtone beroepsbevolking heeft 9 procent geen werk.Onder allochtone jongeren is het verschil nog groter. Van hen zit 40 procent werkloos thuis. Dat is tweemaal zo veel als onder autochtone jongeren. Percentages die „doen denken aan de jongerenwerkloosheid onder allochtonen in Frankrijk”, constateert SCP-onderzoeker Jaco Dagevos. De situatie in bepaalde grotestadswijken in Nederland geeft volgens Dagevos te denken. „De recente onlusten in de Franse voorsteden vonden een belangrijke voedingsbodem in de hoge werkloosheid onder jongeren.”
De werkloosheidscijfers liggen beduidend hoger dan de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig presenteert. Dat komt omdat het SCP voor dit onderzoek alleen heeft gekeken naar de situatie in de vijftig grootste gemeenten.
Sinds het begin van de economische recessie in 2002 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen meer dan verdubbeld, zo blijkt uit onderzoek van het SCP naar de leefsituatie van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Het onderzoek is verricht tussen november 2004 en mei 2005 onder 4000 allochtonen in de vijftig grootste steden.
In de strijd om werk leggen vooral allochtone jongeren en leden van de tweede generatie het af tegen werkzoekenden met een hogere opleiding en meer werkervaring. Maar zelfs wanneer rekening wordt gehouden met verschillen in opleiding en leeftijd, hebben allochtonen meer kans op werkloosheid dan autochtonen.
Toch is het aantal allochtonen met een vaste baan of een eigen bedrijf dat al langer dan een jaar standhoudt de afgelopen jaren toegenomen. Nu hebben 450.000 niet-westerse allochtonen een „stabiele arbeidsmarktpositie”, aldus de rapporten. In 1994 gold dat voor 31 procent van de allochtone beroepsbevolking. In 2004 was dat gestegen tot 41 procent. Voor autochtonen ligt het percentage op 61.
Er zijn vooral meer allochtone ondernemers gekomen. Hun aantal steeg van 21.000 in 1994 tot ruim 58.000 in 2004. Turken vormen met 15.000 ondernemers de grootste groep, gevolgd door de Surinamers (10.000).
De overlevingskans van startende allochtone ondernemers is aan het verbeteren, maar is nog altijd minder dan die van autochtone collega’s.