Desnoods moeten de antidiscriminatiebepalingen op dit punt worden aangescherpt. Dat stelt de CDA-fractie in de Tweede Kamer in een maandagochtend gepresenteerde nota over grondrechten. De christendemocraten achten de huidige bepalingen om haat zaaien te bestrijden, te beperkt. Dat dient te veranderen om terrorisme beter te lijf te kunnen gaan.Voorop staat bij het CDA dat alle grondrechten gelijkwaardig aan elkaar zijn. Dat moet zo blijven. Tegelijk vindt de fractie dat haatzaaiers te gemakkelijk vrijuit gaan. Dat komt doordat de rechtspraak de neiging heeft omstreden opvattingen te bestempelen als bijdragen aan het maatschappelijke debat. Doorgaans leidt dat tot vrijspraak. Het CDA vindt dat de vrijheid van meningsuiting en de godsdienstvrijheid in zulke situaties waarbij er sprake is van aanzetten tot haat, te ver is opgerekt. Daarom is de fractie desnoods bereid het Wetboek van Strafrecht aan te passen.

Verder vindt de CDA-fractie dat imams en andere figuren die haat zaaien, direct uit hun functie dienen te worden gezet en sneller dan nu uit ons land dienen te worden verwijderd. Als het aan de christendemocraten ligt, kent de overheid geen pardon voor mensen, organisaties en politieke partijen die oproepen tot haat en terreur.

De fractie bepleit de instelling van een speciale commissie om kwetsende uitlatingen te bestrijden. Burgers moeten bij deze commissie terecht kunnen met hun klachten over opruiende uitlatingen van anderen waarna de commissie uitspraak doet. De uitspraken van de commissie dienen gezaghebbend te zijn. Als voorbeeld wordt de Commissie Gelijke Behandeling opgevoerd.

Het strafrechtelijk verbod op de smalende godslastering dient intact te worden gelaten. Die verduidelijkt een grens aan de vrijheid van meningsuiting. Uitlatingen die over die grens heengaan zijn maatschappelijk onaanvaardbaar, aldus het CDA.

De christendemocraten vinden dat het kabinet niet ver genoeg gaat met de bestrijding van terrorisme. Vandaar dat de fractie een pakket aan extra maatregelen presenteert die nodig zijn om de weerbaarheid van onze democratie tegen extremisme te versterken.