Krachtmeting
De Iraanse president Ahmadinejad, een ultraconservatieve moslim, noemde enkele dagen voor zijn verkiezing, halverwege 2005, de Verenigde Naties „partijdig, opgezet tegenover de wereld van de islam.” Ahmadinejad is dus vooringenomen. Het conflict tussen de Verenigde Naties en Iran is dan ook meer dan een ordinaire ruzie over nucleaire energie of wapens. Het behelst een krachtmeting tussen de islam en de westerse wereld.
Menigeen verklaarde in de tweede helft van 2004 dat de schaarste van brandstof een tijdelijke kwestie zou zijn. Die bewering had iets geloofwaardigs. Hoewel de prijzen aan de benzinepomp hoog bleven.Nu duikt de vrees op dat Iran de oliekraan gaat dichtdraaien. Zodra Teheran het nucleaire programma weer opstart, zal de VN-Veiligheidsraad het land waarschijnlijk sancties opleggen. Dat neemt Iran niet. En daarvan valt groter schade te verwachten dan bij de recente olieschaarste. De nieuwe president lijkt bewust aan te sturen op een internationale crisis. Er is sprake van een ernstig conflict.
Ahmadinejad weet zich gekrenkt in zijn nationale trots. Hij zegt Iran te beschouwen als een beschaafd land. Christenen moesten zich in Iran echter reeds kort na het aantreden van de president groeiende discriminatie laten welgevallen. Ahmadinejad noemde Israël recent een gezwel dat van de kaart moet worden geveegd. Hij typeerde de Holocaust als een mythe. Dit soort beschaving blijkt grondig te verschillen van wat in de westerse wereld wellevendheid heet.
Met uitlatingen zoals over Israël roept Ahmadinejad zelf de kritiek tevoorschijn op het weer starten van het Iraanse nucleaire programma. De mogelijkheid dat zo’n land kernwapens zou produceren is niet denkbeeldig. En de dreigende woorden van de fundamentalistische moslim doen vermoeden dat zoiets niet slechts gevaar zou opleveren voor Israël.
De president trekt trouwens ondanks alle tegenspraak nog altijd de ernst in twijfel van de moord op de Joden gedurende de Tweede Wereldoorlog. Hij belegt binnenkort een seminar over de kwestie. Mede omdat „de uitlatingen van de president een positieve weerklank vonden in veel islamitische landen”, aldus een van de Iraanse ministers. Misschien nodigt Teheran dan de Palestijnse politicus Mahmud Abbas uit. Die ontkende in zijn te Moskou verdedigd ’historisch’ proefschrift een kwarteeuw geleden ook het vreselijk karakter van de Holocaust.
Het is ondertussen de vraag hoe strak de westerse mogendheden de touwtjes dienen aan te trekken. Het zijn weer en vooral de Verenigde Staten die zich zorgen maken. Zij denken dat het werkelijk de bedoeling is van Iran om kernwapens te vervaardigen. Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk sloten zich vorige week aan bij dat standpunt. Ten aanzien van Irak ging dat op een soortgelijke manier. Er bestond een vermoeden. Er ontstond oorlog. Maar niemand heeft tot nu toe nucleaire wapens gevonden.
Moskou en Peking beginnen ook afstand te nemen van Teheran. En Israël denkt dat een militaire actie niet bij voorbaat valt uit te sluiten. Maar is er werkelijk geen politieke oplossing voor dit conflict? In plaats van het ingrijpen via een nieuwe gewapende confrontatie? De geschiedenis vertelt over het Amerikaanse optreden in Vietnam en Cambodja. Veel recenter is de historie van Afghanistan en Irak. Zou de geschiedenis zich dan nu echt in Iran moeten gaan herhalen?
Het lijkt er op dat de niet-islamitische machten weinig goed meer kunnen doen in de richting van Ahmdadinejad. Wellicht kunnen moslims de president tot rede brengen. Zoiets is ook niet eenvoudig, want het islamitisch kamp is zeer verdeeld.
Laten christenen ondertussen voorzichtig zijn met het doen van allerlei voorspellingen over de eindtijd.