Winkels open op zondag
MKB-Nederland, de belangenvereniging voor het midden- en kleinbedrijf, wil dat de winkels vaker op zondag open kunnen. Dat geluid is niet nieuw: afgelopen zomer pleitte het Centraal Bureau Levensmiddelhandel (CBL) daar ook voor. Blijkbaar zijn nu dus zowel de grotere supermarkten als de kleinere ondernemers voorstander van verruiming van de Winkeltijdenwet.
Evenals het CBL heeft MKB-Nederland weinig op met de regels voor de winkelsluiting op zondagen. Elke gemeente mag nu zelf bepalen wanneer de winkels open zijn. De ondernemers zijn niet blij met het koopzondagtoerisme dat daardoor ontstaat.De Winkeltijdenwet is een wapenfeit van het eerste paarse kabinet, dat ook toen al streefde naar minder regeltjes. D66-minister Wijers loodste de wet halverwege de jaren negentig door de Tweede en Eerste Kamer. Sindsdien zijn er niet acht maar twaalf koopzondagen per jaar mogelijk. De secretaris van MKB-Nederland vindt twintig een mooi aantal. Het CBL vroeg vorig jaar het aantal op te rekken tot 52, als daar behoefte aan is.
Toeristische gemeenten en stadscentra van grote gemeenten hebben al de mogelijkheid om op meer dan twaalf zondagen hun winkels te openen. Dat is echter juist een van de grieven van het CBL en het mkb: in de binnenstad van de grote steden zijn de winkels open terwijl in de buitenwijken de deur op slot blijft.
Dit argument van de twee organisaties is echter helaas al achterhaald. In november vorig jaar besloot het gemeentebestuur van Leiden om in de hele stad de winkels open te stellen, omdat de winkels aan de randen van de stad zich in een nadelige concurrentiepositie bevinden. Volgens de uitleg van staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken is dat niet in strijd met de Winkeltijdenwet. Op vragen van de SGP antwoordde ze dat naast Leiden ook andere gemeenten met toeristische aantrekkingskracht al hun winkels op zondag mogen openstellen als ze dat willen. Dat dat volledig in strijd is met de geest van de wet zoals die in 1996 is vastgesteld, deert haar blijkbaar niet.
De huidige discussie toont aan dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over de uitleg van de Winkeltijdenwet. Minister Brinkhorst wil de wet komend voorjaar evalueren en heeft eerder toegezegd dat hij dan streng op de handhaving zal letten. Het gebaar van Van Gennip naar Leiden suggereert echter dat er tegelijkertijd een verruiming van de mogelijkheden komt.
Dat is om allerlei redenen een slechte zaak. Opmerkelijk genoeg vreest het mkb blijkbaar nu niet meer voor de bedreiging van de kleine ondernemer. Op dit moment benut maar een kwart van de gemeenten de toegestane twaalf koopzondagen, dus de behoefte is blijkbaar helemaal niet zo groot als wordt gesuggereerd.
Verruiming van de wet en dus van de mogelijkheden zal die behoefte waarschijnlijk creëren, maar dat is juist reden tot zorg. Herziening van de wet is prima, maar laat daarbij dan uitgangspunt zijn dat de zondag de opstandingsdag van Christus is. De diepste zin van het leven ligt niet in de maalstroom van de commercie maar in de dienst van God. De rustdag is een geschenk dat heenwijst naar de diepere betekenis van recreatie: herschepping.