Pensioenfondsen klagen Shell aan
DEN HAAG (ANP) - Een groep van 26 Nederlandse pensioenfondsen eist honderden miljoenen dollars van Shell naar aanleiding van de reservekwestie.
De pensioenfondsen, waaronder het ambtenarenfonds ABP, hebben de zaak tegen het olieconcern aanhangig gemaakt bij een rechtbank in de Amerikaanse staat New Jersey.Dat liet de advocaat van de groep, het Amerikaanse kantoor Grant & Eisenhofer, maandag weten. Shell betwist de vordering. „Maar we zullen ons met verve verdedigen in deze procedure”, aldus een woordvoerder.
Shell schokte in januari 2004 de financiële markten met de onthulling zijn olie- en gasreserves te hebben overschat. Hierop daalde de koers van het aandeel. De pensioenfondsen, die gezamenlijk 5 procent van de aandelen houden, eisen compensatie voor de geleden schade. Uiteindelijk moest Shell de reserves in vijf stappen in totaal met bijna een derde afwaarderen.
Behalve het bedrijf worden ook individuele bestuurders aangeklaagd, onder wie de huidige topman Van der Veer en voormalig bestuurder Watts. De pensioenfondsen willen ook geld zien van de accountantskantoren KPMG en PricewaterhouseCoopers. Deze hebben volgens de beleggers verzuimd de reserveboekhouding van Shell goed te controleren.
Het ABP eist 150 miljoen dollar schadevergoeding. „Shell heeft in de jaren 1997 tot en met 2003 onjuiste informatie verstrekt over de hoeveelheid reserves waarover het concern beschikte”, aldus een woordvoerder van ABP.
Het ABP nam oorspronkelijk deel aan een gezamenlijk rechtszaak, ook wel class action genoemd, die groepen beleggers in de VS hadden aangespannen tegen het Nederlands-Britse olieconcern. „Maar op 8 januari verliep de verjaringstermijn. Als Europees bedrijf loop je dan het risico buiten deze zaak te worden gezet en een schadevergoeding mis te lopen”, aldus het ABP.
Ook het pensioenfonds voor de zorgsector PGGM, dat in 2004 voor 700 miljoen euro aandelen hield in Koninklijke Olie, sluit zich aan bij de door ABP geïnitieerde aanklacht. PGGM moet nog uitzoeken hoeveel schadevergoeding het gaat eisen.
Shell schikte vorig jaar de reservekwestie met de Amerikaanse toezichthouder SEC voor 120 miljoen dollar en het concern betaalde de Britse beurswaakhond FSA 25 miljoen euro. Een class actionzaak die voormalige Shellwerknemers in de Verenigde Staten tegen hun voormalige werkgever hadden aangespannen, werd van de zomer geschikt voor 90 miljoen dollar. Eerder besloot het Amerikaanse ministerie van Justitie Shell niet te vervolgen.
De reservekwestie was aanleiding voor Shell om afstand te doen van de bijna 100 jaar oude, duale organisatiestructuur. De oliemaatschappij besloot onder druk van beleggers de Nederlandse en Britse tak van het concern samen te voegen in één onderneming onder leiding van één bestuur.