Deens pleidooi voor beschaafd islamdebat
KOPENHAGEN - Denemarken is zwaar verdeeld over de manier waarop in het publiek wordt gesproken over moslims en hun integratie. Velen vinden dat de toon te hard wordt, wat leidt tot polarisatie tussen autochtonen en allochtonen.
Denen die pleiten voor gematigdheid vinden daarvoor steun bij onder meer de Raad van Europa. Deze mensenrechtenorganisatie van ruim veertig Europese landen tikte de Deense regering in december op de vingers omdat ze onvoldoende bereid was met etnische minderheden in dialoog te gaan.Ongeveer 10 procent van de predikanten van de lutherse staatskerk -de Folkekirke- heeft nu laten weten zich ook zorgen te maken. Bekende auteurs volgden het voorbeeld en hebben hun verontwaardiging geventileerd in een open brief. En een grote groep Deense oud-ambassadeurs die hun ambt ooit hebben uitgeoefend in een Arabisch land kregen bijval van enkele ex-ministers van Buitenlandse Zaken.
De Denen worstelen dus danig met het vinden van een aanvaardbaar reactiepatroon op de maatschappelijke verwikkelingen die de vestiging van grote groepen moslims met zich meebrengt.
Directe aanleiding tot de groeiende zorgen over de humane tradities waarop het kleine land zo lang prat is gegaan, is nog steeds de publicatie van enkele spotprenten van de profeet Mohammed door een groot landelijk liberaal dagblad in september. Vele maanden later blijkt deze inbreuk op de regels van de islam -die dergelijke afbeeldingen niet toelaat- meer dan een steentje in de vijver te zijn geweest, want de golven der emotie komen steeds hoger.
Ten eerste was daar meteen al het onverwacht felle protest van een aantal ambassadeurs uit de Arabische wereld en Turkije. Zij riepen dat de Deense premier Anders Fogh Rasmussen de krant tot de orde moest roepen. Dat leidde tot een diplomatieke rel, omdat de liberale regeringsleider antwoordde dat hij niet de bevoegdheid heeft de pers op het matje te roepen.
Op het eerste gezicht hebben de karikaturen van Mohammed en het recent aangescherpte immigratie- en integratiebeleid weinig met elkaar te maken. Maar de protesterende dominees, auteurs en ambassadeurs zien daar wel een duidelijk verband. Zij lezen in de gewraakte tekeningen een groeiend onbegrip en zelfs toenemende minachting voor alles wat niet tot de gangbare Deense cultuur wordt gerekend.
Maar omdat cultuur een buitengewoon vaag en emotioneel begrip is, dreigt de stemming om te slaan in willekeurige discriminatie van vooral de aanhangers van de islam of buitenlanders in het algemeen.
Volgens de predikanten van de Folkekirke wordt deze stemming in de hand gewerkt door het strikte immigratiebeleid. De islamofobie (en vreemdelingenangst überhaupt) waarvan de Denen volgens deze critici steeds meer last beginnen te krijgen, staat volgens hen tegen de achtergrond van de 11e september 2001 en de moord op de Nederlandse filmmaker Theo van Gogh.
Door die gebeurtenissen groeit de angst voor represailles en terreur van islamisten. Volgens de krant die de spotprenten afdrukte, neigt de pers op grote schaal naar zelfcensuur. Met de publicatie van de tekeningen heeft de krant willen laten zien dat haar redactie daar in ieder geval niet aan meedoet.
De meeste Deense opiniemakers zijn het erover eens dat de discussie over de islam in het eens cultureel en religieus zo homogene land de afgelopen jaren niet alleen vrijer, maar ook feller is geworden. Of ook de onverdraagzaamheid daardoor wordt aangewakkerd, blijft een twistpunt.
De meeste politici en ook de regering menen dat een strikt beleid waarbij heldere eisen worden gesteld aan de immigranten, uiteindelijk een gunstige uitwerking zal hebben op de integratie, waardoor op den duur ook de onderlinge tolerantie weer zal toenemen.