Opinie

Wensen, verwachtingen en vervulling

De eerste dagen van een nieuw jaar gaan zwanger van allerlei goede wensen. In allerlei varianten uitgesproken laten mensen hun familie, vrienden en relaties weten dat ze het beste voor de ander hopen. Op zich een goede gewoonte.

2 January 2006 10:53Gewijzigd op 14 November 2020 03:20

Jammer is dat soms al na enkele dagen weinig meer van die goedwillendheid jegens anderen over is en afgunst, nijd en haat weer de overhand krijgen. Daarmee wordt het wel de vraag in hoeverre de wensen uitgesproken op nieuwjaarsrecepties ook echt gemeend waren.Behalve goede wensen spreken veel leidinggevenden op nieuwjaarsbijeenkomsten ook hun verwachtingen voor 2006 uit.

De toon van veel toespraken van directies is voor het eerst sinds een aantal jaren weer iets optimistischer. De economie en de werkgelegenheid trekken aan. De algemene verwachting is dat er in dit nieuwe jaar sprake zal zijn van groei.

Ook de consument krijgt weer enig vertrouwen. Dat blijkt uit het feit dat hij weer bereid is meer geld uit te geven. Weliswaar heeft het hogere uitgavenpatroon niet alleen te maken met de macro-economische ontwikkelingen.

Een beduidende factor voor de toename van de consumptieve bestedingen is het gebruik van het spaarloon dat in het najaar van 2005 is vrijgekomen. Het feit dat de burger dit geld uitgeeft en niet bewaart als appeltje voor de dorst, is een aanwijzing dat het consumentenvertrouwen is toegenomen.

Op het terrein van politiek en maatschappij klinken minder positieve geluiden. De veelbesproken kloof tussen burger en overheid lijkt eerder groter te worden dan kleiner.

De waardering voor bewindslieden is bijzonder laag en de kiezer heeft steeds meer het gevoel dat de mensen die ze hebben gekozen hen niet meer vertegenwoordigen.

Daardoor krijgen bij komende verkiezingen populisten kansen: de burger voelt meer voor iemand die zijn hart raakt dan voor een deskundig bestuurder die zijn zaakjes goed op orde heeft.

In de samenleving groeit de onverdraagzaamheid en daarmee de angst. Grote zorgen zijn er over de toenemende dreiging van het moslimextremisme. Inmiddels vragen experts en burgers zich af wanneer Nederland getroffen zal worden door aanslagen.

Op kerkelijk terrein zijn er veel ontwikkelingen die bezwaren. Ook daar nemen spanningen toe, tussen kerken en vooral binnen kerken.

Daardoor vertroebelt het zicht op wederzijdse herkenning en het onderlinge vertrouwen en dreigen gemeenten en kerkverbanden verscheurd te raken. En een deel van de kerkleden haakt af, door over te gaan naar een ander kerkverband of -erger- de kerk vaarwel te zeggen.

Die ontwikkeling is zeker ook zichtbaar binnen reformatorische kring. Verschillen van opvatting leiden ook daar al snel tot verbittering en wederzijds onbegrip.

Vooral dat laatste betekent dat er menselijk gezien weinig reden is tot optimisme. De Bijbel zegt dat het oordeel begint bij het huis van God, bij de kerk dus.

Inderdaad gaat er weinig uit van een kerk waar mensen elkaar het leven zuur maken terwijl zij weten dat het een Bijbels gebod is om elkaar lief te hebben.

Toch is er geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. De zaak van de kerk is uiteindelijk niet de zaak van mensen, maar van de Koning van de Kerk. Christus heeft gezegd dat Hij Zijn Kerk in stand zal houden tot aan het einde van de wereld.

Tot die tijd bouwt Hij aan Zijn koninkrijk. Terwijl de oude wereld afbrokkelt, legt Hij steen voor steen op het vaste fundament van Zijn Kerk, waarvan Hij heeft gezegd dat deze voltooid en volmaakt zal worden. En Hij vervult niet al onze wensen, maar wel Zijn beloften.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer