Armoede is betrekkelijk
”Deel zorgtoeslag de lucht in”, kopte een van de ochtendkranten dinsdag. Uit een enquête onder 1200 consumenten bleek dat een kwart van hen deze week geld uitgeeft aan vuurwerk en dat daarmee een groot deel van de zorgtoeslag letterlijk in rook opgaat.
Zorgtoeslag? Die was toch bedoeld om mensen met lage inkomens en grote gezinnen te compenseren voor de hogere premies van de nieuwe basisverzekering? Blijkbaar is de nood in die gezinnen nog niet zo hoog.Dat moet minister Zalm van Financiën ook gedacht hebben toen hij zei: „Armoede in Nederland is betrekkelijk.” In een interview in het Algemeen Dagblad verwijst de bewindsman naar zijn jeugd -zelfgenaaide kleren, geen koffie of frisdrank- en stelt hij vast dat Nederland nu een stuk welvarender is dan in de jaren vijftig.
Zalm heeft gelijk. Wie de oorlog heeft meegemaakt, spreekt niet meer over honger maar over trek als hij zin heeft in een boterham. En wie de oorlog niet heeft meegemaakt maar de ontstellende armoede in andere delen van de wereld tot zich door laat dringen, houdt helemaal zijn mond.
De cijfers van de Wereldbank spreken boekdelen: 21 procent van de wereldbevolking heeft minder dan 1 dollar per dag te besteden, en 53 procent moet het met minder dan 2 dollar per dag doen. Een snelle rekensom laat zien dat een alleenstaande met een bijstandsuitkering van 550 euro per maand dus nog steeds tien keer meer te besteden heeft dan de helft van de wereldbevolking. Armoede is dus betrekkelijk: vergeleken met de situatie in een ander land of een andere tijd valt het allemaal wel mee.
Wat Zalm bedoelt als geruststellende gedachte, is bij nader inzien toch een schrale troost. Een bijstandsgezin met opgroeiende kinderen koopt weinig voor de wetenschap dat er in Uganda veel honger is. Zijn financiële spankracht wordt eerder afgemeten aan de omstandigheden van buren, vrienden of familie. En een bejaarde alleenstaande zal door de herinnering aan de hongerwinter niet snel klagen, maar raakt nu wel in de knel met het nieuwe zorgstelsel. Hij vergelijkt zijn situatie eerder met het ziekenfondstijdperk.
Het signaal van Zalm is dus niet verstandig. De cijfers -niet alleen die van de recente Armoedemonitor- weerspreken zijn betoog. Het Nibud maakte woensdag bekend dat twee op de vijf Nederlanders becijferd hebben er volgend jaar financieel op achteruit te gaan. Een even groot deel van de bevolking stond vaker of meer rood. Dertig procent kon de rekeningen niet op tijd betalen. De energierekening ligt volgend jaar 135 euro hoger. Twee derde van de jongeren die zelfstandig wonen, heeft een schuld van 1750 euro.
Als Zalm dus beweert dat armoede betrekkelijk is, moet hij ook de vergelijking met het recente verleden durven maken. Dan blijkt dat het aantal arme gezinnen de laatste vier jaar weer gestegen is, terwijl in het voorgaande decennium juist sprake was van een daling.
De minister van Financiën past prima op onze winkel, maar hij moet nog leren zijn beleid beter te verkopen.
Misschien helpt het als hij volgend jaar die zorgtoeslag pas na Nieuwjaar uitkeert. Dan kan die niet meer zomaar de lucht ingaan.