Saddam beticht Witte Huis van leugens
BAGDAD (ANP) – De voormalige Iraakse dictator Saddam Hussein heeft donderdag tijdens zijn proces het Witte Huis beticht van leugens. Volgens Hussein loog de regering–Bush door te beweren dat er in Irak massavernietigingswapens waren.
De vrees dat Irak over chemische wapens beschikte, was een van de belangrijkste redenen voor Bush om Irak aan te vallen. De Amerikaanse president moest onlangs erkennen dat dergelijke wapens niet zijn aangetroffen.De verdreven president Hussein toonde zich donderdag ook verbolgen over de Amerikaanse kritiek op zijn beschuldiging dat hij in Amerikaanse gevangenschap was gefolterd. Hij noemde het Witte Huis de „nummer een leugenaar ter wereld", omdat de regering ontkende dat hij was gemarteld.
Saddams broer Barzan Al Tikriti, die eveneens is aangeklaagd, veroorzaakte ook opschudding door „Lang leve de Baath–partij" te roepen. De Baath–partij domineerde jarenlang de Iraakse politiek.
De broer dreigde het proces te boycotten, omdat de televisieopnames met twintig minuten vertraging worden uitgezonden waardoor kan worden geknipt. Ook zijn uitroep was niet voor de televisie te zien.
Het proces tegen Saddam Hussein en de zeven medeverdachten voor het Iraakse Hoog Strafgerechtshof werd later op de zevende zittingsdag verdaagd tot 24 januari.
De onafhankelijke Iraakse krant Al–Sabah al–Jadid stelde donderdag dat de rechters van het Hoog Strafgerechtshof veel strenger moeten optreden tegen Hussein. „In de naam van God, de martelaren en de eer van Irak, herzie de samenstelling van het hof en benoem rechters die niet zo geduldig en welgemanierd zijn", aldus de krant in het hoofdcommentaar.
De krant pleitte voor rechters die een diep historisch besef en juridische kennis hebben. Zij moeten ook het belang van de missie beseffen die hen is toevertrouwd.
Het blad uitte hiermee scherpe kritiek op de Koerdische rechter Rizkar Mohammed Amin die Saddam en de andere gedaagden woensdag de gelegenheid gaf te reageren op verklaringen van getuigen. Volgens de commentator lijkt „wat eerst leek op geduld en wijsheid" van de rechters nu „op zwakheid en gebrek aan wilskracht".