Kamer neemt besluit over Afghanistan
DEN HAAG (ANP) – Het lot van de missie van circa 1200 Nederlandse militairen naar het gevaarlijke zuiden van Afghanistan is donderdag voor een belangrijk deel in handen van de PvdA komen te liggen. Het CDA gaf na afloop van het kabinetsberaad over Afghanistan te kennen dat deze uitzending alleen mogelijk is als tweederde van de Tweede Kamer achter het besluit staat.
Het kabinet werd het donderdag unaniem eens over het belang van de uitzending. In een zogeheten artikel–100–brief aan de Kamer kondigde het kabinet aan dat het wil meewerken aan de opbouw van een rechtsstaat in het zuiden van Afghanistan. Het gaat om twaalfhonderd Nederlandse militairen plus nog twee– tot driehonderd Australische troepen. De Nederlands–Australische eenheid krijgt in de plannen van de NAVO voor ongeveer twee jaar de provincie Uruzgan toegewezen, de bakermat van de belangrijkste Talibanleider Mullah Omar.Volgens de meest betrokken bewindslieden, premier Balkenende en de ministers Bot (Buitenlandse Zaken), Kamp (Defensie) en Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) wegen de risico’s op tegen wat Nederland in het gebied kan bereiken. Het gaat dan om het scheppen van voorwaarden voor de wederopbouw van de provincie en het winnen van de harten van de plaatselijke bevolking. En dat alles niet met de botte Amerikaanse bijl, maar met respect voor de cultuur van de lokale bevolking.
Het kabinet negeert met het besluit de dringende oproep van de kleinste coalitiepartij D66 om niet aan de missie deel te nemen. Volgens fractievoorzitter Dittrich gaat het hier om een oorlogsmissie en niet om een vredesopbouwende operatie. Pikant is echter dat ook de D66–bewindslieden Pechtold en vicepremier Brinkhorst zich aan de brief van het kabinet hebben gebonden.
Balkenende deed na afloop van het kabinetsberaad een oproep aan de partijen een „open en integer debat” te voeren over de uitzending. Het belang van de uitzending weegt zwaar voor het kabinet, omdat zij niet wil meewerken aan terugkeer van wetteloosheid in de regio. Maar, voegde Kamp daar cynisch aan toe: „De Kamer heeft wel de vrijheid om Afghanistan terug te laten zakken naar de Taliban”.
D66–fractievoorzitter Dittrich zei donderdag het verstandig te vinden dat het kabinet ruimte heeft gegeven voor een open debat. Dat geeft D66 de mogelijkheid zijn afwijzende standpunt te verdedigen. Het is „onwaarschijnlijk” dat de partij nog van standpunt verandert, aldus Dittrich.
CDA–Kamerlid Ormel verduidelijkte dat de wens van zijn partij niet bedoeld was om D66 te steunen. „Het kabinet geeft in zijn brief de Kamer voor het eerst instemmingsbevoegdheid bij een uitzending. Daar moeten wij zorgvuldig mee omgaan. En voor het CDA geldt dat uitzendingen naar riskante gebieden op een brede steun in de Kamer moeten kunnen rekenen en niet volgens de ’Kampdoctrine’ – de helft plus een – kunnen worden uitgevoerd”. Het CDA zal volgens Ormel een eigen inhoudelijk afweging maken of de missie noodzakelijk en verantwoord is. Maar als brede steun ontbreekt, zal het CDA ongeacht die afweging niet met de missie instemmen.
De kans op steun van het PvdA is tot nu toe klein. Volgens het Tweede Kamerlid Koenders is zijn fractie na de brief van de regering niet minder kritisch geworden. Maar hij wijst ook op de bizarre situatie dat het kabinet de Kamer geen besluit voorlegt maar een voornemen tot een besluit. „Dat is een totaal onvermogen om te regeren. De Kamer kan toch moeilijk debatteren over een besluit dat niet bestaat.”.
Ook de Defensiebonden reageerden teleurgesteld op de „laffe en slappe” houding van het kabinet. Het kabinet laat uit partijpolitieke overwegingen een definitief besluit kennelijk liever aan de Kamer over, constateerde AFMP–voorzitter Van den Burg.
Naar verwachting zal de Kamer op 2 februari het einddebat over de missie voeren.