Opinie

Tijd voor nationale veiligheidsstrategie

Nederland heeft een geïntegreerd veiligheidsbeleid nodig. Luitenant-kolonel dr. Marcel de Haas betoogt dat een nationale veiligheidsstrategie niet langer kan uitblijven. De recentelijk verschenen Nederlandse Defensie Doctrine kan hierbij van pas komen.

22 December 2005 09:21Gewijzigd op 14 November 2020 03:19
„Grote mogendheden als de Verenigde Staten en Rusland beschikken al lang over een nationale veiligheidsstrategie. Voor Nederland is de tijd ook rijp.” Foto ANP
„Grote mogendheden als de Verenigde Staten en Rusland beschikken al lang over een nationale veiligheidsstrategie. Voor Nederland is de tijd ook rijp.” Foto ANP

Grote mogendheden als de Verenigde Staten en Rusland beschikken al lang over een nationale veiligheidsstrategie, maar voor Nederland -als land met beperkte machtsmiddelen en ambities- was daar tot voor kort geen noodzaak toe. Intussen is het tij echter gekeerd. Dat komt niet doordat ons land meer ambities heeft, maar door de binnenlandse en internationale ontwikkelingen op veiligheidsgebied en vooral door de sterk groeiende verwevenheid daartussen.Bovendien omvat veiligheid tegenwoordig veel meer dan alleen nationale belangen en territoriale integriteit. Het gaat ook om aspecten als internationale rechtsorde, vrije handelswegen, mensenrechten, democratie, vrijheid, welvaart, welzijn en leefbaarheid. Hoewel de bij interne en externe veiligheid betrokken ministeries -Binnenlandse Zaken, Justitie, Buitenlandse Zaken en Defensie- inmiddels over alle mogelijke vormen van veiligheid nadenken, discussiëren en gezamenlijke oefeningen uitvoeren, beschikt Nederland nog niet over een nationale veiligheidsstrategie.

Link
De recent verschenen Nederlandse Defensie Doctrine (NDD) kan als aanzet dienen tot een nationale veiligheidsstrategie. Er bestaat een onmiskenbare link tussen de defensiedoctrine als beleidsdocument van het ministerie van Defensie en een -hypothetische- nationale veiligheidsstrategie.

Dat komt doordat het defensiebeleid onderdeel is van het buitenlands en veiligheidsbeleid van Nederland, dat weer deel uitmaakt van het nationale veiligheidsbeleid. In die veiligheidshiërarchie beschikt de regering -als hoogste orgaan van nationaal veiligheidsbeleid- onder meer over diplomatieke, militaire en economische beleidsinstrumenten. De NDD is bruikbaar als brondocument voor een nog op te stellen nationale veiligheidsstrategie, doordat het door haar aard zinsneden kent die doorgaans terug te vinden zijn in bestaande veiligheidsstrategieën, zoals de Russische en Amerikaanse.

Zo vermeldt de NDD om zich uit te kunnen spreken over de uitvoering van militair operaties -het doel van een militaire doctrine- ook de politieke ambities van Nederland: „Ons land heeft groot belang bij een stabiele en vreedzame internationale omgeving, want het is in hoge mate afhankelijk van goede internationale betrekkingen en functionerende veiligheidsinstituties. (….)

De hoofddoelstelling van het Nederlandse buitenlands en veiligheidsbeleid is het verzekeren van de onafhankelijkheid, integriteit, stabiliteit en welvaart van de eigen staat. Nederland heeft daarnaast de bevordering van de internationale rechtsorde hoog in zijn vaandel staan en toont een grote betrokkenheid bij humanitair leed en het tegengaan van schendingen van de rechten van de mens. Onze open economie, die tot de grotere in de wereld behoort, is gebaat bij het onbelemmerde vervoer van goederen en de vrije toegang tot handelsgebieden en grondstoffen.”

Voorts geeft de NDD duidelijk aan dat interne veiligheid (terrorisme, georganiseerde misdaad) en externe veiligheid (collectieve verdediging, crisisbeheersingsoperaties) meer en meer in elkaar overlopen en dat samenhang in beleid daarom vereist is: „De ervaring in Afghanistan leert dat onze veiligheid en andere belangen ook bedreigd kunnen worden door ontwikkelingen die zich op grote afstand van ons land voltrekken. (…) Het is daarbij van belang de verschillende beleidsinstrumenten waarover Nederland beschikt -diplomatieke, economische, financiële, humanitaire en militaire- op een samenhangende manier toe te passen.”

Daarnaast bevat de NDD passages over de aard van de huidige dreigingen, onze nationale belangen en interdepartementale samenwerking op veiligheidsgebied. Zo schenkt de NDD ruime aandacht aan interdepartementale samenwerking, bijvoorbeeld over civiel-militaire samenwerking tussen Defensie, Justitie en Binnenlandse Zaken bij rampen en terreuraanslagen.

Maar ook interdepartementale samenwerking op externe veiligheid -zoals het samenspel tussen Defensie, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking bij humanitaire en ontwikkelingsprojecten tijdens crisisbeheersingsoperaties- komt aan bod. Met veel elementen die gangbaar zijn in een nationale veiligheidsstrategie zou het daarom alleszins verstandig zijn om bij het opstellen van deze strategie de NDD te benutten.

Tijd rijp
Regering en departementen zijn zich bewust van de noodzaak van samenhang in veiligheidsbeleid en geven hier uiting aan door overleg, rapportages en oefeningen.

Daarmee kan echter niet worden volstaan. Daar waar de defensiedoctrine nodig was om de militairen van alle krijgsmachtdelen te scharen achter eenzelfde gedachtegoed, is nu de tijd rijp voor het opstellen van een nationale veiligheidsstrategie, om ditzelfde proces te bewerkstelligen bij alle bij veiligheid betrokken departementen en diensten.

Het schrijven van een nationale veiligheidsstrategie alleen is echter niet voldoende. Om geïntegreerd veiligheidsbeleid gestalte te geven moeten veiligheidsinstanties op elk niveau -nationaal, provinciaal, regionaal en lokaal- samenwerken. Zoals onder de NDD doctrines hangen voor de krijgsmachtdelen zou geïntegreerd veiligheidsbeleid ook naar beneden toe moeten worden uitgewerkt in van de nationale veiligheidsstrategie afgeleide veiligheidsdocumenten. Daarmee zullen van boven naar onder en andersom alle betrokkenen weten wat er van hen wordt verwacht. De integrale veiligheidsbenadering in de defensiedoctrine biedt hiertoe een goede grondslag.

De auteur is krijgskundig onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael en was penvoerder van de in oktober gepubliceerde Nederlandse Defensie Doctrine.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer