De cijfers van het LEI wijken af van die van Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie. Dat meldde maandag dat het reële inkomen van de Nederlandse boeren in 2005 met 5,4 procent is gestegen. Volgens LEI-directeur J. Blom gaat Eurostat uit van de netto toegevoegde waarde van de landbouw, terwijl het Nederlandse instituut werkt met cijfers na aftrek van kosten als lonen en pacht.Het LEI spreekt in zijn rapportage over de jaarlijkse inkomensramingen, die dinsdag werd gepresenteerd, van een „licht inkomensherstel” en een „adempauze” voor de landbouw. Voorzitter B. Constandse van LTO Nederland benadrukt dat de betere resultaten over 2005, waar hij blij mee is, wel gezien moeten worden „tegen de achtergrond van enkele dramatisch slechte jaren.”

De veehouderij ziet haar inkomen volgens de cijfers van het LEI dit jaar gemiddeld het meest stijgen. Rundvee, kalveren, varkens, biggen en tot voor kort vleeskuikens brachten meer op. Ook was het veevoer goedkoper. Vooral de intensieve veehouderij (vooral de sector varkens) profiteerde daarvan.

De energiekosten drukken de resultaten. De glastuinbouw merkt daar als grootverbruiker van gas het meest van. „Door de stijging van de gasprijzen met gemiddeld 40 procent daalt het inkomen op glastuinbouwbedrijven, ondanks hogere opbrengsten van de meeste gewassen”, melden de onderzoekers. De LTO-voorzitter vreest dat de hoge energierekening bedrijven de kop gaat kosten en roept de hulp in van het Rijk. „Het kabinet moet maatregelen nemen om glastuinders betere mogelijkheden te bieden deze moeilijke periode door te komen”, vindt Constandse.

In algemene zin zijn de telers van groenten, fruit en planten in de ramingen wat slechter af dan de veehouders. Aardappelboeren, suikerbietentelers en andere akkerbouwers krijgen dit jaar volgens het LEI te maken met een „schrale inkomensverbetering.” Groente- en fruittelers buiten de kassen zullen naar verwachting wel wat meer verdienen. Voor de boomteeltsector is dit jaar door een slechte afzet „teleurstellend” verlopen.