„Mijn hoogste vreugde is dat ik de Zijne ben”
Hij schreef op 27-jarige leeftijd een boekje dat grote betekenis zou krijgen voor veel mensen uit zijn eigen tijd, maar ook voor lezers die eeuwen na zijn dood leefden. Al sinds 1735 geniet ”Alarm voor onbekeerde zondaren” van Joseph Alleine bekendheid onder het Nederlandse publiek. Wie was Joseph Alleine? Redacteur J. Versloot van uitgeverij Den Hertog werpt nieuw licht op hem in zijn boek ”Een gezant van de koning”.
Joseph Alleine (1634-1668) genoot in zijn leven niet zozeer bekendheid om zijn redenaarstalenten of zijn diepe inzichten in het zielenleven van zondaar, die had hij zonder meer, maar hij was vooral vermaard vanwege zijn vurige liefde tot Jezus Christus. Zijn brieven getuigen ervan, schreef John Wesley ooit. Ze waren volgens hem zozeer doortrokken van de verborgen omgang met God, dat hij Alleine vergeleek met de Schotse predikant Samuël Rutherford en hem zelfs „de Engelse Rutherford” noemde.„Mijn hoogste vreugde is dat mijn Geliefde de mijne is en dat ik de Zijne ben”, schreef Alleine ooit. „Hij is mijn leven en mijn vrede, mijn rijkdom en mijn gerechtigheid. Hij is mijn hoop en mijn sterkte, mijn erfenis en mijn verheuging. In hem wil ik voor eeuwig mijn behagen scheppen en in Hem wil ik roemen. Ik acht mijzelf uiterst gelukkig, rijk en zalig in Hem, hoewel ik van mijzelf niets ben.”
Waarom Alleine zo hoog opgaf over zijn Meester, maakte hij duidelijk in een brief aan zijn gemeente in het Engelse Taunton. „Dit is de liefde die naar u verlangde, toen geen oog medelijden had met u, liggend in uw bloed. Dit is de liefde die u opnam toen u beroofd, gewond en de dood nabij achtergelaten werd en die olie in uw wonden goot. Dit is de liefde die gratie verleende, spaarde en vergaf toen de wet u veroordeelde en het recht u overgeleverd wilde hebben. Uw zelfveroordelende gewetens beschouwden het helemaal als verloren en kwamen tot de slotsom dat er geen hoop was. Dit is de liefde, de dure liefde die u kocht uit de macht der duisternis, van het eeuwige vuur, het verterende vuur waarin u anders moest blijven.”
Verlangen
Joseph Alleine was ongeveer elf jaar oud toen bij hem het verlangen naar het predikantschap rees. De directe aanleiding ertoe vormde het sterven van zijn oudere broer Edward, die al predikant was. Edward en Joseph waren beiden volgens Versloot opgegroeid in „een gezin waarin de vreze des Heeren gevonden werd.” Vader Alleine was „zeer puriteinsgezind”, voor hem was het geloof „een doorleefde werkelijkheid.”
Alleine studeerde aan de universiteit van Oxford en kreeg colleges van theologen van naam, onder wie Thomas Goodwin en John Owen. Zijn inzet was ongekend: vaak ging hij na middernacht naar bed en stond hij om vier uur ’s ochtends weer op. Een medestudent herinnerde zich later zijn intense gebedsleven. „Hij naderde tot God, niet alsof hij zich met zijn metgezel ging vermaken, maar als een schepsel dat overweldigd is door de majesteit van zijn verheven Schepper.”
Het Engelse Taunton werd de gemeente waaraan Alleine zich in 1655 verbond. Hij preekte er vijf tot zeven dagen per week. „Hij was mateloos en onverzadigbaar begerig ten aanzien van de bekering van zielen. Wat dat betreft had hij niet weinig voorspoed in zijn bediening. Tot dit doel stortte hij zijn gehele hart uit in bidden en preken. Zijn smeekbeden en aansporingen waren dikwijls zo hartelijk, zo vol van heilige ijver, leven en kracht, dat ze zijn hoorders geheel overweldigden.” De vrucht bleef niet uit; volgens Versloot kwamen „vele mensen onder zijn vurige prediking tot bekering.”
Veelbewogen
Alleine heeft een veelbewogen leven geleid. Diverse keren verbleef hij in de gevangenis. Vanuit zijn cel schreef de pastor brieven naar zijn gemeente. Hij bood troost aan Gods kinderen, gaf leiding aan ontwaakte en zoekende zielen en vermaande de onbekeerden. Niet zelden deed hij zijn gemeente kenmerken van het geloof aan de hand ter zelfbeproeving. „Onderzoek niet alleen wat u hebt gedaan, maar ook van waaruit het gedaan werd.”
Versloot staat uitvoerig stil bij Alleines boekje ”Een alarm voor onbekeerde zondaren”, dat ook wel is uitgegeven onder de titel ”Betrouwbare gids naar de hemel.” Het boekje heeft grote betekenis gehad voor onder anderen George Whitefield en Charles Haddon Spurgeon, reuzen in het koninkrijk der hemelen. Voor Spurgeon was het geschrift vooral een middel tot diepgaande overtuiging van zijn zondige staat. „Ik voelde het kwaad van mijn zonden en het zwaard van de Geest steeds dieper steken in mijn geweten bij elke bladzijde die ik las”, schreef hij ooit.
Juist onbekeerden geeft Alleine op indringende en directe wijze raad. „Knap uzelf niet op”, zegt hij. „Wanhoop eraan om in eigen kracht iets te doen wat God welbehaaglijk is.” Wie zo met lege, dode zondaarshanden staat en door het oordeel van de wet is neergeveld, roept hij toe: „Neem de Heere Jezus aan. Hij roept u om op Hem te zien en behouden te worden, tot Hem te komen, zich met Hem te laten verzoenen, Hem aan te nemen en met Hem te leven.”
Kaars
Versloot heeft bij het schrijven van zijn boek vooral geput uit Alleine’s brieven en geschriften en uit het dagboek van de vrouw van Joseph Alleine. Het resultaat is een vlot geschreven en goed gedocumenteerde levensbeschrijving, voorzien van mooie illustraties.
Lezers krijgen een betrouwbaar beeld van een man die drie eeuwen na zijn dood de gereformeerde gezindte veel te zeggen heeft. Alleine werd als een kaars verteerd in de dienst van zijn Koning. Slechts één verlangen dreef hem: zondaren te brengen aan de voeten van zijn Meester. De rest was voor hem bijzaak.
N.a.v. ”Een gezant van de Koning. Het leven van Joseph Alleine”, door J. Versloot; uitg. Den Hertog, Houten, 2005; ISBN 90 331 1874 2; 188 blz.; € 21,50.